Wim Jonk genoemd als opvolger PSV-trainer Ruud van Nistelrooij: ’Dat is speculeren, laten we dat niet doen’
Wim Jonk© Foto ANP/Roy Lazet
Wim Jonk wil niet ingaan op lijstjes met namen van kandidaten voor de positie van hoofdtrainer bij PSV. Die functie is vacant na het opstappen van Ruud van Nistelrooij. ,,Daar ben ik helemaal niet mee bezig’’, reageerde hij vrijdag.
De naam van Jonk gaat deze week veelvuldig rond op sociale media. Verschillende supporters van de club uit Eindhoven zien in de huidige oefenmeester van FC Volendam een ideale opvolger van Van Nistelrooij. ,,Dat is dan een mooi gebaar’’, zegt Jonk, die van 1995 tot 1998 als speler actief was voor PSV. ,,Mensen houden van speculeren. Het is mooi als mijn naam ergens genoemd wordt. Maar ik ben daar niet mee bezig.”
Is de kans dat Jonk - die dit voorjaar zijn contract met Volendam tot medio 2026 verlengde - volgend jaar in Eindhoven werkzaam is nihil? ,,Nul procent kans kun je nooit zeggen”, doelt Jonk in algemeenheid. ,,Dat voetbal een beweeglijke wereld is, heb ik ondervonden in de periode dat ik erin werk. Maar laten we er niet op speculeren. Zo werkt het niet.”
Voor zowel FC Volendam als Excelsior staat zondag in het slotduel van de competitie alleen de eer op het spel. Beide ploegen zijn sinds zondag zeker van een verlengd verblijf in de eredivisie. Maar Jonk past voor een ’kermiswedstrijd’: ,,We spelen voor een vol stadion. Dat moet genoeg motivatie zijn om de fans nog één keer te laten genieten van een goede pot voetbal. Dat zijn we aan hen verplicht.’’
Of komend seizoen de huurlingen Gaetano Oristanio en Filip Stankovic deel uitmaken van de selectie van FC Volendam is onduidelijk. Eerst zullen de spelers in gesprek gaan met hun club Internazionale. ,,Het is duidelijk dat de keeper (Stankovic, red.) het heel veel wedstrijden goed heeft gedaan en ook enkele mindere fases heeft gekend’’, stelt Jonk. ,,Gaetano heeft zich dit seizoen goed verder ontwikkeld. Het is een groot talent, dat ik graag onder mijn hoede wil hebben om verder te brengen. Of Inter en de jongens daar hetzelfde over denken, dat moeten we afwachten.’’