Nu Francis en Carl-Hans zijn uitgebouwd, beginnen ze aan een nieuw project: een nieuw huis voor zichzelf

© Foto Erna Faust

Nina Bakker
Nederhorst den Berg

Die ene speciale stoel, het uitzicht, je werkplek of dat schuurtje. Wat maakt dat jij je thuis voelt? Waar ben jij ’lekker thuis’? Die vraag leggen we voor aan Francis en Carl-Hans Boomsma. Drieëntwintig jaar geleden kwamen ze in Nederhorst den Berg in een jarendertighuis wonen, dat ze verbouwden en opnieuw inrichtten.

Samen hebben ze een eigen interieur en exterieur tekenbureau. Carl-Hans is bouwkundig ingenieur, Francis regelt de administratie. Toen ze in 2000 de woning binnenstapten, kreeg Carl-Hans direct ideeën. Alleen het ’jasje’ van het huis bleef staan, de rest werd gestript en opnieuw ingedeeld. Als ’ontwerper van de vierkante centimeter’, zoals Carl-Hans ook weleens wordt genoemd, zorgde hij dat veel hoeken in het huis worden benut, bijvoorbeeld met ingebouwde kasten.

Het bouwen zat er bij Carl-Hans al van jongs af aan in. In de jaren 80 kreeg hij het vak al tekenend onder de knie. Hij studeerde aan de Hogere Technische School, maar daarvoor werd hij al door zijn vader beïnvloed.

„Mijn vader had ontzettend goede rechterhanden. Ik keek altijd over zijn schouders mee wat hij aan het doen was”, vertelt Carl-Hans. „Mijn vader heeft van alles verbouwd, van metselwerk tot stuken en houttimmerwerk. Hij had daar echt een passie voor. Niks was voor hem te moeilijk. Hij heeft zelfs een caravan doormidden gezaagd om vervolgens te verlengen. Gekke, idiote dingen. Niets is onmogelijk. Zo moet je in dit vak ook een beetje denken. Openstaan voor mogelijkheden. Mijn vader heeft me dat spelenderwijs wel bijgebracht.”

Zo herinnert Carl-Hans zich nog de Kaptein Mobylette, een brommer, die hij op zijn twaalfde van zijn buurman kocht voor 7,50 gulden. „Mijn vader zei: ’haal ’m maar uit elkaar’. Dat heb ik gedaan en vervolgens gerestaureerd en weer in elkaar gezet. Toen had ik dus een Mobylette, maar ik mocht er pas op rijden toen ik zestien was. Twee jaar stond-ie op zolder. Daarna heb ik er nog jaren op gereden.”

Terug naar het heden: nu maakt Carl-Hans vanuit de schuur, omgebouwd tot kantoor, zijn huisontwerpen. Toen Francis en hij net in het huis kwamen wonen, moest hij een paar keer terug naar de tekentafel. „Eigenlijk is dat het allerlastigste: voor jezelf iets bouwen en inrichten. Je twijfelt dan meer over de mogelijkheden. Als een soort flipperkast ga je steeds terug naar het concept.” Toch is het volgens Carl-Hans ook logisch. Ontwerpen heeft een ’rijpingsproces’: soms leg je ontwerpen even weg om er daarna weer met een ’frisse blik’ naar te kijken. „Alles valt dan op zijn plek.”

Voor Carl-Hans is het contact met mensen die vernieuwende ideeën hebben wat zijn vak voor hem leuk maakt. Regelmatig gaat hij met Francis naar beurzen om zich te laten inspireren. Zo werden ze in 2000 op een beurs geïnspireerd om een gietvloer te laten maken. Francis: „Het was een totaal nieuwe ontwikkeling en ik vond het zo mooi. Nu zie je het overal, maar toen was het vernieuwend.”

Tijdens de verbouwing werden kamers samengevoegd, plafonds eruit gehaald, het dak van de schuur werd gelift en zodoende vormden Francis en Carl-Hans hun ideale huis. Drie jaar later bouwden ze er ook een serre aan, waar een grote houten epoxytafel is neergezet. De meubels in het huis zijn allemaal zelf ontworpen.

De inrichting is een mix tussen nieuw gebouwde meubels en oude details zoals een houtkachel en een verzameling bakeliet. „Die verzameling begon ooit met een radiootje van mijn oma”, vertelt Francis. Dat vond ik zó leuk. Inmiddels is mijn verzameling wel compleet. Sommige verzamelaars hebben dozen vol bakeliet op zolder staan, dat vind ik zonde.”

Na drieëntwintig jaar bouwen en ontwerpen is het huis ’af’. En omdat er eigenlijk niets meer te ontwerpen valt, zijn ze overgestapt naar hun volgende project: een nieuw huis voor zichzelf.

Meer nieuws uit Lifestyle

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.