Aanpak bodemdaling moet sneller, aldus Staten Noord- Holland
Gedeputeerde Esther Rommel, met zonnebril en naast minister Christianne van der Wal, op een rondvaart door de Eilandspolder eerder dit jaar.© Erna Faust
Boeren in de veenweidegebieden moeten snel weten waar ze aan toe zijn, nu de overheid maatregelen klaarstoomt tegen bodemdaling. Dat besloten Provinciale Staten maandag met aannemen van een door D66, GroenLinks, PvdA, SP, Partij voor de Dieren en CU ingediende motie.
Dat er maatregelen genomen moeten worden is al jaren duidelijk, maar welke het beste zijn nog niet. Dat was ook het probleem waar veel fracties lucht aan gaven bij het bespreken van de Regionale Veenweidestrategie van de provincie. Want kun je, als er geen doelen in staan, wel spreken van een strategie? Arja Kapitein (D66) vond van niet.
,,Omdat in volle snelheid maatregelen genomen moeten worden tegen bodemdaling, moeten er praktische instrumenten komen waarmee we de doelen willen bereiken’’, zei zij. Anna de Groot (SP) typeerde de afgelopen jaren met ’wikken en wegen, polderen en kletsen, pappen en drooghouden.’ ,,Vanwege agrarische belangen worden maatregelen niet genomen en het houden van veel te veel melkvee niet aanpakt. Het moet sneller.’’
Behalve coalitiepartij D66 vonden ook PvdA en GroenLinks het document de naam strategie niet waardig. Bas de Wit (VVD), partijgenoot van verantwoordelijk gedeputeerde Esther Rommel, liet de naam koud. ,,Mensen willen best veranderen, ze willen niet veranderd worden.’’ Wat PvdA-Statenlid Rien Cardol de schampere opmerking ontlokte: ,,De doelen zijn voor 2050, dat is over 28 jaar....’’
Rommel zelf was niet onder de indruk van het amendement en de motie over haar Veenweidestrategie. ,,Ik zie het als steun voor waar we al mee bezig zijn. In de veenweidegebieden moet maatwerk komen en dat kun je alleen maar leveren als met de boeren aan de keukentafel praat. In het midden van de Eilandspolder kunnen alleen nog pinken lopen. Als we niet ingrijpen houden we daar alleen nog moerasbos over. Juist in de veenweidegebieden hebben we boeren nodig voor het beheer.’’
Vanwege de steun in de rug voor haar, namen de zes indienende partijen van de motie expliciet de gebieden op waar de provincie in volle vaart door moet gaan met de integrale gebiedsprocessen, zoals Laag Holland, Keverdijksepolder en Polder Westzaan. Want zoals Michel Klein (CU) zei: ,,Keuzes kunnen we niet maken door alleen te kijken naar de uitdagingen van bodemdaling. Zaken als waterkwaliteit, biodiversiteit en verbeteren van de leefbaarheid moeten worden meegenomen.’’
JA21, CDA, FvD, PVV, fractie Baljeu en Namens NH stemden overigens tegen de Veenweidestrategie. De PvdD schaarde zich bij hen, maar om een andere reden, omdat de strategie de partij niet ver genoeg gaat.