In hun pleidooi dat zaterdag tijdens een veganistische barbecue in Den Haag aan de regering wordt aangeboden, mijden ze de term vleestaks. Verstandig want eerdere pogingen om een soort vleesaccijns in te voeren, riepen direct felle tegenreacties op. Niet alleen van verstokte carnivoren maar ook uit de hoek van consumenten die het recht claimen op een betaalbaar stukje vlees bij de maaltijd. De argumenten die daarbij worden ingezet, zijn niet altijd even rationeel. Dat vlees eten niet voorbehouden moet zijn aan de mensen met een dikke portemonnee is vanzelfsprekend. Wie echter beweert dat vlees - met name voor opgroeiende kinderen - als eiwitrijk voedsel onmisbaar is, gaat voorbij aan de vele alternatieven die er inmiddels zijn.

Nu is het beslist niet zo dat door de voorstellen in het manifest van de jongerenorganisaties vlees onbetaalbaar wordt. Het zou gaan om verhogingen met ingang van 2024 van tien tot twintig cent per ons, later oplopend tot het dubbele. De opbrengst, naar schatting 600 miljoen euro, moet vervolgens voor een deel terug vloeien naar de boeren om te investeren in duurzaamheid en dierenwelzijn. Een ander deel van de heffing moet worden gebruikt om de btw op groenten en fruit en andere gezonde etenswaren te verlagen. Helaas is dat voorlopig toekomstmuziek. De belastingdienst gaf vorig jaar al aan dat zo’n ingrijpende wijziging van het tarievenstelsel door hoge werkdruk en onderbezetting onuitvoerbaar is.

Toch moeten de kritische jongerenorganisaties zich niet laten ontmoedigen door praktische bezwaren. Het goede aan hun plan is dat niet alle kosten op de onder de stikstofcrisis gebukt gaande boeren worden afgewenteld. De consument kan straks zelf door zijn koopgedrag een positieve bijdrage leveren aan een beter milieu. Die moet weliswaar wat extra afrekenen voor vlees maar het mag toch best wel eens een onsje minder zijn?