Louis van Gaal volgt in september van 1991 Leo Beenhakker op als hoofdtrainer van Ajax. De zeer ambitieuze Van Gaal boekt in zijn eerste seizoen meteen succes door voor het eerst in de clubgeschiedenis de Uefacup te winnen.

Onrustig bij de club

Dat gaat echter niet zonder slag of stoot. Van Gaal stelt zeer hoge eisen aan zijn team en dat wordt niet door alle spelers geaccepteerd. Bryan Roy en John van ’t Schip hebben grote moeite om hun spel aan te passen aan de wensen van de nieuwe trainer en liggen veel met hem in de clinch. Jan Wouters wil niet in de verdediging spelen en wordt nog voor de winterstop verkocht aan Bayern München.

Het is dan ook onrustig bij de club. Van Gaal wordt uitgefloten en vreest zelfs even voor zijn baan. Het aanstellen van Van Gaal is echter een gouden greep. Hij houdt vast aan zijn visie. Zijn hand wordt steeds meer zichtbaar en het begint te draaien. Het vertoonde spel oogst waardering, Ajax speelt weer het mooiste voetbal van Nederland.

Beloning

De beloning komt in april als Genua in de halve finale wordt verslagen. In tegenstelling tot de finales van de Europacup I en II bestaat de Uefacupfinale uit twee wedstrijden. Ajax treft Torino en speelt eerst in Turijn. In Stadio delle Alpi wordt het een kraker vanjewelste. Hoewel Ajax de overwinning heeft weggegeven is een 2-2 gelijkspel een goed resultaat.

Het optreden van de Amsterdammers wordt bejubeld door de internationale pers. Van Gaal benadrukt echter dat het nog lang niet is gespeeld en dat Ajax in Amsterdam de handen nog vol gaat krijgen aan Torino. Hij krijgt gelijk.

Mede doordat Bergkamp vanwege griep ontbreekt, heeft Ajax het moeilijker dan in de heenwedstrijd. De spanning is dan ook te snijden in het Olympisch stadion. Doelman Stanley Menzo is zich er zeer van bewust dat hij een sleutelrol speelt. Als hij zijn doel schoon houdt, heeft Ajax de Uefacup.

Menzo staat dan ook met klamme handen in het doel waar hij een engeltje op de paal en lat heeft zitten of zoals NOS-commentator Frank Snoeks het de huiskamers in slingert: ’Daar boven hebben ze ook een rood-wit shirt aan’.

Bevrijding

Invaller John van Loen krijgt namens Ajax de beste kans om wat spanning weg te nemen maar zijn inzet is veel te zwak. Vlak voor het einde rekt Stefan Pettersson wat tijd bij de cornervlag. Hij wordt daarom hard tegen de vlag aan gebeukt en valt verkeerd. De rechterarm van de Zweed is uit de kom waardoor Ajax de slotfase met een man minder moet zien te overleven. Het verlossende fluitsignaal voelt dan ook als een bevrijding.