Het college laat dat weten in een reactie op vragen van fractie ÉénHoorn. Deze Hoornse, politieke partij had de naamverandering voorgesteld. „Nooit eerder behaalde een Nederlandse wintersporter zoveel medailles tijdens één Olympische Spelen”, zei raadslid Aart Ruppert eerder tegen deze krant. Hij sprak over het ’Irene Schouten-virus’ in de regio, waar iedereen positief van wordt. Een naamsverandering zou een terechte blijk van waardering zijn.

’Voorbeeld voor de jeugd’

De ’unieke overwinningen’ van Schouten worden zeer gewaardeerd, antwoordt het college. ’Het was voor zowel haar als de sportfans een fantastisch sportjaar. Zij dient als voorbeeld voor de jeugd en als West-Friesland mogen we trots zijn om zo’n kanjer in ons midden te hebben.’ Toch ziet het af van een vernoeming. ’Het is een risico, want alles dat Irene Schouten in de toekomst doet, als sporter en als privépersoon, heeft dan impact op de ijsbaan. Los daarvan gaat het ook om herkenning van een merknaam en de tijd en geld die het kost om een merknaam op te bouwen.’

(Tekst gaat door onder de foto)

Eerder hebben de West-Friese gemeenten samen gekozen voor De Westfries. Het is een duidelijke link naar de regio en de mensen die er wonen en sporten, aldus het college. ’De ijsbaan is één van de zichtbare voorbeelden van de regionale samenwerking en draagt bij aan de profilering van regio West-Friesland. Wij willen deze link behouden en geen naamsverandering van IJsbaan De Westfries voorstellen.’

Wel wordt een plekje op de ’wall of fame’ gezien als passende waardering in deze fase van Schoutens sportcarrière. Omdat de gemeente Hoorn Irene Schouten zelf niet kan voordragen voor deze eremuur, zijn de gemeenten Medemblik en Drechterland over deze mogelijkheid geïnformeerd.

Ruppert laat in een reactie weten enerzijds teleurgesteld te zijn en anderzijds begrip te hebben voor het besluit. „In Tilburg is een ijsbaan vernoemd naar Ireen Wüst, daar kan het wel. Maar ons schaatsfenomeen krijgt nu in ieder geval een plekje op de wall of fame. Misschien kunnen we het op een later moment nog eens over de naamsverandering hebben.”