René Diekstra weet al bij voorbaat wie hij voorrang geeft, mocht code bitter (oftewel Code Zwart) in zijn gezin tot een keuze dwingen | column
Wat ik zou doen als een van mijn kinderen en ik, ieder vanwege covid, een ic-bed nodig hebben maar er nog maar één beschikbaar is? Ik zou de beslissing wie het bed krijgt niet aan een arts of commissie overlaten maar eisen dat het onvoorwaardelijk aan mijn kind wordt gegeven. Niet zozeer liefde als wel rechtvaardigheid speelt voor mij daarbij de doorslaggevende rol.
Ik ben aanhanger van het zogenoemde fair inningsprincipe (eerlijke inhoudingsprincipe). Dat principe stelt dat mensen gelijkwaardig zijn en dat ze zoveel mogelijk gelijke kansen moeten hebben om de verschillende levensfases te doorlopen. Iemand van 30 heeft voor een ic-bed voorrang op iemand van 60 omdat de eerste nog lang niet het aantal levensjaren heeft gehad dat de tweede wel heeft gekregen. Tegenstanders van dit principe menen dat niet alleen het aantal levensjaren maar ook hoe gezond je geleefd hebt, moet meewegen. Iemand van 40 die al jaren onmatig alcohol drinkt, ongezond eet en veel te weinig beweegt zou daarom bij de toewijzing van een ic-bed mogelijk achter een al decennialang gezondlevende 60’er moeten komen.
Ik ben van oordeel dat daarmee een heilloze weg wordt ingeslagen. De vaststelling van de (on)gezondheidseffecten en -factoren van gedragskeuzes is complex en conflictueus. Ik zie tal van patiënten en familieleden daarover al met zorgverleners op de vuist gaan. Zo zijn verslavingen niet per se een kwestie van individuele keuze. Ook genetische, sociale en culturele factoren spelen een rol.
Overigens lost het fair inningsprincipe het keuzeprobleem ook niet helemaal op. Wat als twee patiënten van dezelfde leeftijd en even (on)gezond even urgent het laatste ic-bed nodig hebben? Ik zie dan slechts twee uitwegen. Ofwel loten, ofwel ’wie het eerst komt, die het eerst maalt’. Beide bittere uitwegen, omdat er altijd een verliezer is. Iemand voor wie en voor wiens dierbaren het louter door toeval afgewezen worden voor de optimale medische behandeling en meest waarschijnlijke levensredding, een enorme psychologische klap betekent.
De wetenschap die behandeling niet te krijgen en de mede daardoor te verwachten toename van lijden en van de waarschijnlijkheid van overlijden, kan de wens doen ontstaan de dood niet af te wachten maar te bespoedigen.
Wat nu als de persoon in kwestie dat inderdaad wenst en om hulp daarbij vraagt? Hulp door ofwel middelen voor levensbeëindiging toegediend te krijgen ofwel voor zelfdoding, indien praktisch nog mogelijk, beschikbaar gesteld. Voorzien de beschikbare draaiboeken voor ’Keuzes ic-opname’ of ’Code Zwart’ daarin?
Ik heb het daarin nog (?) niet kunnen vinden. Als dat inderdaad een lacune is, dan hopelijk per vergissing. Want iemand de weg naar een naderende dood, hoe onvermijdelijk ook door capaciteitsproblemen, doen inslaan en vervolgens niet thuis geven als deze vraagt om hulp om die weg zo kort en zo waardig te kunnen belopen, dat is wat mij betreft van een bitterheid die niet ongecorrigeerd mag blijven.
Intussen heb ik besloten om wat mezelf betreft dat niet af te wachten en voor mijn dierbaren vast te leggen wat mijn wensen zijn, mocht ernstige covid ooit mijn lot blijken.
(Reageren?: diekstra.rene@gmail.com)