De vriendin van Chris IJzelenberg maakte het terecht uit toen hij zich door militaire dienst vrijer ging gedragen. Na veertig jaar nog altijd spijt | Einde oefening
Chris IJzelenberg hield aan dienst spijt over vanwege zijn relatie die teloor ging.© Collectie Chris IJzelenberg
Militaire diensttijd kende ook minder leuke kanten. Blijkt uit reacties van lezers die herinneringen instuurden naar aanleiding van het feit dat 25 jaar geleden de opkomstplicht is afgeschaft.
Chris IJzelenberg uit Hoofddorp hield aan zijn diensttijd spijt over om een relatie die teloor ging. „Ik had al een tijdje een leuke en lieve vriendin in Haarlem. We hadden het heel leuk samen. Ik sliep veel bij haar thuis omdat het bij mij thuis niet altijd gezellig was. Doordat ik in dienst veel vrijheid had en eigenlijk niemand op me lette, ging ik me bij haar thuis ook zo gedragen. Lang leven de lol. Na een tijdje heeft ze het terecht uitgemaakt. Bijna veertig jaar ben ik nu gelukkig getrouwd met een ander. Maar het zit me nog steeds niet lekker en ik heb nog spijt van mijn gedrag. Ik wil het altijd nog tegen haar zeggen, maar ik heb haar nooit meer gezien, helaas.”
Gert Jan Smit werkte bij een grote bank toen hij in 1972 werd opgeroepen. „Bij solliciteren voor een baan was de militaire diensttijd te hebben doorlopen vaak een pré. Ik kreeg zelfs een soort bonus van de bank bij terugkeer uit dienst.” De 180 gulden wedde in de maand viel echter fiks tegen in vergelijking met het salaris van de bank. Het viel hem op dat jongemannen van negentien haantjesgedrag vertonen. „In de beginfase is er een strijd om wie de stoerste is. De legerhiërarchie temt deze elementen snel, want als je weekendverlof wordt ingetrokken, pas je een volgende keer wel op. Als 28-jarige mocht ik opkomen voor drie weken herhaling. Dan zie je wat een ontwikkeling je doormaakt, geen hanig gedrag meer.”
Vriendenkring
Door de gedroomde loopbaan van Gerard van der Lee uit Bussum, in 1927 geboren in Rotterdam, zette de dienstplicht een streep. Op sollicitatiegesprek bij een scheepvaartbedrijf werd na de oorlog letterlijk tegen hem gezegd: „Wij gaan jou niet opleiden want je moet binnenkort in dienst en naar Indië en dan zien we je nooooit meer terug.” Inderdaad ging hij naar Indië maar hij kwam wel terug. Voor de universitaire studie die hem was aanbevolen kreeg hij geen beurs, omdat het te lang geleden was, dat hij hbs-examen had gedaan. „Barst maar”, dacht hij toen en hij wilde naar Nieuw-Zeeland emigreren. Hij kreeg echter een baan, werd verliefd, stichtte een gezin ’en met die carrière kwam het ook nog goed’. In 1998 vond hij zijn kameraden uit dienst terug. „Een warm bad, zo bouwde ik een vriendenkring op met hen en de volgende generatie.”
Parbobier
Niet leuk voor dienstplichtigen in Suriname was, dat hun verkering stuk voor stuk uitging. Nan Beers uit Schagen, lichting 69-4: „Omdat je met zovelen, zestig, de slaapzaal deelde, leerde je om je te gedragen en andere jongens op te vangen als die ergens mee zaten. Zo gingen de eerste maanden bijna alle verkeringen uit van Hollandse jongens met hun meisje in Nederland. Als een maat dan het beroerde nieuws per brief had gekregen, nam je hem mee naar de kantine om het verdriet met een paar literflessen Parbobier weg te spoelen.” Ernstiger leed was er ook: „Op 12 augustus 1970 verongelukte een maat van mij, John Valk, met zijn drietonner. Ook twee anderen van het peloton die hij in zijn truck vervoerde lieten het leven. Nog regelmatig komt dit peloton bij elkaar om hun gestorven maten te herdenken en het verlies te delen.”
Cocky Vedder, lichting 72-6, vertelt wat hem het meest bijbleef: „Dat oude vrouwtje waarmee ik in gesprek raakte tijdens een oefening in Duitsland. In de Eerste Wereldoorlog had ze haar eerste man verloren en in de tweede haar tweede man en drie zonen. Ze benadrukte dat ze heel blij met ons was. Dan weet je weer waarvoor het is.”