Ze mag niet bij de rest van Oranje slapen in het olympisch dorp. Toch zit reservekeepster Anne Veenendaal schreeuwend op de tribune bij de hockeysters in Tokio. ’Al weet ik niet of dat mag met de coronaregels’
De Hilversumse Anne Veenendaal.© Foto ANP/Willem Vernes
Diverse regionale sporters hopen deze zomer in Tokio hun opwachting te maken op de Olympische Spelen. Op verzoek van deze krant geven enkele van hen maandelijks een inkijkje in hun voorbereiding en gevoelens. In deze aflevering is het woord aan hockeyster Anne Veenendaal.
,,We zijn eindelijk in Japan, de Olympische Spelen beginnen bijna. Afgelopen zondag zijn we aangekomen in Osaka en vanuit daar reisden we per bus naar een trainingslocatie in Gifu, ten oosten van Osaka, ongeveer vier uur rijden. We proberen alvast te wennen aan het klimaat. De ene dag is het warmer dan de andere. Soms is het 26 graden, dan weer 33 graden. Wel met 95 procent luchtvochtigheid. Echt warm in mijn keeperspak.
De faciliteiten zijn hier prima, alles is goed geregeld. We zitten in een mooi hotel, alles is schoon en iedere keer staan er Japanners ons vriendelijk op te wachten. Het eten is trouwens ook goed. Eigenlijk staat er gewoon westers eten op het menu, zoals aardappels en pasta. Echt niet alleen maar rijst en sushi. We hebben veel keuze.
Dit weekend vertrekken we richting in Tokio. Omdat ik dit toernooi reservekeeper ben achter Josine Koning, slaap ik niet in het olympisch dorp met de rest van het team. Ik zit ook niet op de bank tijdens wedstrijden, maar op de tribune. In de voorbereiding mag ik wel het dorp in overdag. Voor de rest weet ik nog niet wat de regels zijn. Het is afwachten.
Toen ik vorige maand hoorde dat ik tweede keeper zou zijn, was ik er de eerste dagen echt kapot van. Nu heb ik het een plekje kunnen geven. Ik heb nog steeds plezier als ik op het veld sta tijdens trainingen. Maar het echte besef moet nog wel komen. Straks gaat het grootste deel de ene kant op en ik en een paar andere reserves de andere. Dan wordt het besef dat je er niet echt bij hoort het sterkst. Voor mij zal het iets moeilijker worden dan voor de rest van de reserves. Die zitten toch in een andere positie dan ik, omdat zij pas net komen kijken bij Oranje.
Precies over een week spelen we onze eerste groepswedstrijd tegen India. Ik zal dan schreeuwend op de tribune zitten om de ploeg aan te moedigen. Het maakt weinig uit of ik daar zit of in de goal sta, ik ben even fanatiek. Mijn stembanden zullen kapot zijn. Al weet ik niet of je mag schreeuwen in het stadion met de coronaregels.”
trainen voor tokio
Vier regionale sporters hopen deze zomer in Tokio hun opwachting op de Olympische Spelen te maken. De Gooi- en Eemlander volgt om beurten badmintonster Selena Piek (29), openwaterzwemmer Ferry Weertman (28), handbalster Angela Malestein (28) en hockeyster Anne Veenendaal (25) tijdens hun voorbereiding.
Dit is de laatste aflevering van deze serie.