Aangerand buiten de spotlights. Seksuele intimidatie in de wereld van de latin dance

© Joris de Haan

Marco Knippen

Grensoverschrijdend gedrag zit in het latin dance verweven, stellen oud-dansers en een wetenschapper. Dat heeft te maken met het ’giftige klimaat’. „Er heerst een verkrachtingscultuur.”

Aan de muur bij de trap naar de eerste verdieping hangen twee ingelijste krantenartikelen. Het zijn souvenirs uit vervlogen tijden. ’Dansend door het leven’ en ’Kim Koumans in wereld van glitter en glamour’ luiden de koppen.

De artikelen dateren van kort na de eeuwwisseling. Een stralende glimlach spat van een foto af. Het is schone schijn en een façade, zegt Koumans nu, vier jaar nadat ze in 2017 na een danscarrière van bijna drie decennia stopte. Getraumatiseerd. „Van de buitenkant ziet het er zo mooi uit, binnenin is het verdorven. Er is te veel buitensporigheid. Ik was de klos. En ik was niet de enige, heb ik om me heen gezien.”

Koumans werd slachtoffer van wangedrag. Dat spreidde zich uit over een langere periode en had een structureel karakter. Meerdere danstrainers, mannen en vrouwen, maakten zich er schuldig aan, verklaart zij. „Sluipenderwijs nam het in omvang toe. Niemand die zich om mij bekommerde, mijn inmiddels overleden ouders waren niet betrokken bij mijn loopbaan. Er was geen vangnet, houvast ontbrak. Ik stond er alleen voor.”

Latin dance is in Nederland een kleine sport, met in totaal een paar duizend beoefenaren in officieel verband. Deze dansers zijn lid van een van de twee, met elkaar concurrerende, bonden: de Nederlandse tak van de World Dance Council of de Nederlandse Algemene Dans Bond die tot de World Dance Sport Federation behoort.

In 1997 werd stijldansen door het Internationaal Olympisch Comité erkend als sport. Een olympisch debuut bleef tot nu toe uit, al staat latin dance wel op het programma van de Wereldspelen.

Op het prestatieve vlak zijn Nederlanders in het latin dance doorgaans tot de kantlijn veroordeeld en is internationaal succes schaars, al werd Louis van Amstel in de jaren negentig van de vorige eeuw drie keer wereldkampioen. Oost-Europeanen en Amerikanen domineren het veld, terwijl Engeland en Italië eveneens tot de toonaangevende landen behoren. De sport leeft ook enorm in Azië. In die regio’s en landen is het een beroep, hier geldt het voor de meesten als een uit de hand gelopen hobby.

Topsportbestaan

© Joris de Haan

Koumans leidde daarentegen ruim twintig jaar een topsportbestaan. Zij gaf alles ervoor op, nadat ze – geënthousiasmeerd door haar moeder, die zelf ooit ook danste – op vierjarige leeftijd met ballet was begonnen.

Ze bleek getalenteerd. Haar bewegingsgevoel viel als kleuter meteen op, naast ballet ook tijdens moderne dans en jazzballet. Enkele jaren later ontfermde een trainster zich over haar. De aandacht verlegde zich naar het stijldansen. Op haar twaalfde koos zij definitief voor de latinvariant, nadat zij twee jaar eerder een eervolle uitnodiging voor de nationale balletacademie had laten schieten. Vanaf dat moment bepaalden samba, rumba, chachacha, paso doble en jive het dagritme.

Schaduwzijde

Koumans groeide in Nederland uit tot een bekende verschijning. Nestelde zich in de Nederlandse top, was internationaal actief en gewild als danspartner. Deed meerdere keren mee aan prestigieuze kampioenschappen als het Blackpool Dance Festival, ’s werelds bekendste stijldanswedstrijd. Werd geregeld gevraagd voor televisieklussen en workshops. Werkte met gerenommeerde trainers in binnen- en buitenland. Maar het dansen had een schaduwzijde. „Ik was slechts een gebruiksvoorwerp en wegwerpartikel.”

Ze schetst wat haar overkwam. Van geslagen worden met de vlakke hand of een stok om tijdens trainingen de knieën te leren strekken tot seksistische taal. Van slechts in een slip op danshakken moeten dansen voor een trainer tot ongewenste massages. Van moeten doortrainen met blessures tot vileine opmerkingen over het gewicht. En van intimideren en kleineren tot aanranding en zelfs misbruik.

„Al in de beginjaren waren er voorvallen waar je vragen bij kunt stellen”, blikt Koumans terug. „Dat zorgde ervoor dat ik als kind grenzen niet aanvoelde, dat ik uitwassen normaliseerde. Die excessen namen toe na mijn overstap naar het latin dance. Er kwam kwetsen bij in de trant van ’you are a scared little puppy’, ’weak bird’ en ’you must be a prostitute’. Schreeuwen en schelden (’trage trut’, ’dikke koe’). Betasten van kruis, billen en borsten zonder dat het om een technische aanwijzing ging. Manipulatie. De weegschaal kwam eraan te pas, ik werd belachelijk gemaakt en op rantsoen gezet. Uit het ondergewicht kwamen weer blessures voort, waarna ik de ene pijnstiller naar de andere moest slikken. En op twaalfjarige leeftijd werd ik na een training, in het toilet, voor de eerste keer door een trainer misbruikt.”

De misdragingen vonden in een geïsoleerde omgeving plaats, aldus Koumans. „Het gebeurde meestal in een één-op-éénsituatie, al waren er in de zaal soms meerdere privésessies op hetzelfde moment. Ik verstijfde op zo’n moment, kon me er niet tegen verzetten. Ik schakelde mezelf uit, als overlevingsmechanisme.”

Daarnaast pendelde ze tussen gemoedswisselingen. „Op de vloer, als ik met rust werd gelaten, genoot ik. Dan kon ik me uitleven, voelde ik me bevrijd. Die passie hield me overeind. Ik was een knokker, leergierig, kneedbaar en bovenal competitief ingesteld. Want hoe harder ik werd aangepakt, hoe groter het fanatisme. Alles was gericht op presteren, op maar niet willen falen.”

Schaamtegevoel

© Joris de Haan

Met anderen praatte Koumans er nauwelijks over, uit schuld- en schaamtegevoel maar ook vanwege angst voor represailles. Terugblikkend: „Ik werd telkens misleid. Meegezogen in een psychologisch spel door personen die je afdanken als je niet meer interessant voor ze bent. Het was aantrekken en afstoten, op een geraffineerde wijze. Zeker als tiener, toen ik op zoek was naar mijn identiteit, bracht me dat in verwarring. Een stemmetje in mij zei dat het niet oké was, maar door het geleidelijke proces wist ik niet beter. Ik raakte daardoor innerlijk verscheurd, worstelde met een loyaliteitsconflict.”

’Be more sexy’

Giulia Settomini herkent de indringende schets van Koumans. De Italiaanse, die eveneens internationaal actief was en – net als Koumans op latere leeftijd – vaak in Londen trainde, zegt zich ’seksueel geëxploiteerd’ te hebben gevoeld. „Ik werd gedwongen tot extreme expressie, alles draaide om sexappeal. ’Be more sexy’ is wat er bijna dagelijks tegen me werd gezegd. Nooit was het goed genoeg, kreeg ik te horen van trainers die het ook nog eens nodig vonden mij ongevraagd overal te betasten. Daarnaast werd constant de nadruk op mijn gewicht gelegd, waardoor ik een eetstoornis en lage zelfdunk ontwikkelde.”

Door de tijd heen benoemde Koumans pijnlijke episodes. „Maar het werd weggewimpeld, victim blaming volgde. Door verwarring te zaaien en mij als fantast af te schilderen, werd mijn geloofwaardigheid onderuitgehaald. Juist omdat veel zich achter gesloten deuren afspeelde, werd ik monddood gemaakt. Je voelt je machteloos.”

Nadat ze in 2017 stopte, wendde Koumans zich tot Menno Hogeveen. Met de voorzitter van de World Dance Council Dutch Amateur & Professional League voerde ze vele, soms urenlange gesprekken. Geen detail bleef tijdens hun conversaties onbesproken.

In die sessies specificeerde ze ook het seksueel grensoverschrijdende deel, zoals het seksueel misbruik, het proberen dronken te voeren en meelokken naar hotelkamers tijdens buitenlandse trips plus de pogingen haar tijdens videobellen tot seksuele handelingen over te halen en seksueel getint chatgedrag. Er volgde geen actie van zijn kant. „Eerst zei Hogeveen het juiste moment af te willen wachten om het aan de orde te stellen. Die belofte kwam hij niet na. Later veranderde hij van toon, was er zelfs sprake van verbale agressie en intimidatiepraktijken.”

Een generatiegenoot van Koumans, met wie voor dit artikel uitvoerig is gesproken maar die niet met haar naam naar buiten wil, ervoer hetzelfde toen zij bij Hogeveen melding deed van onzedelijke betasting door een medebestuurder van hem. „Onderling legden zij het bij, ik mocht er geen ruchtbaarheid aan geven. Zo werd het onder het tapijt geveegd. Omdat ik ook andere verhalen over grensoverschrijdend gedrag hoorde, signalen waarvan ik weet dat die rechtstreeks bij hem terechtkwamen of die hij heeft opgevangen, hield ik er een naar gevoel aan over. Plegers in bescherming nemen had kennelijk prioriteit.”

Hogeveen ontkende in een eerste gesprek dat hij meldingen of signalen had gekregen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Na het ter inzage krijgen van dit artikel kwam hij daarop terug, maar zei hij niets te hebben kunnen doen omdat Koumans geen namen van plegers wilde geven. „Ik heb tegen haar gezegd: ’Help me alsjeblieft. Je moet dan ook iemand (plegers, red.) aanwijzen. Dat kan ik niet, zei ze’.”

In een schriftelijke reactie laat het bestuur van de World Dance Council Dutch Amateur & Professional League, die vanuit de hoedanigheid van de Nederlandse Bond van Dansleraren reageert, weten dat ’de heer Hogeveen een indringend gesprek heeft gevoerd met de door mevrouw Koumans genoemde beschuldigden, waarin de aantijgingen ten stelligste werden ontkend’. Koumans: „De telkens veranderende versies, de ene verdraaiing na de andere, is precies de reden waarom ik me als slachtoffer nu al jarenlang geïntimideerd en onveilig voel. Die tegenstrijdigheden laten zien dat niet de waarheid wordt gesproken.”

Obsessief

© Joris de Haan

Sommige danspartners merkten dat Koumans onder hoogspanning leefde. „De manier waarop een aantal mensen met Kim omging, heeft mij altijd een onbehaaglijk gevoel gegeven”, zegt Christian Klijs, die inmiddels werkzaam is als verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg. „Zo was er bijvoorbeeld een trainster die obsessief om haar heen hing en niet van haar kon afblijven, terwijl Kim nog een kind was. Dat zorgde voor een ongezonde dynamiek, mateloosheid en een onveilige omgeving.”

Zelf kreeg Klijs, die in zijn jeugdjaren door een man seksueel werd misbruikt in het zwembad, allerlei toespelingen van een dansleraar. „Hij vroeg me telkens bij hem thuis langs te komen, liet me weten dat ik altijd bij hem kon blijven slapen. Ik was nog maar een tiener. Die uitnodigingen heb ik afgeslagen, maar het zegt iets over het zieke gedrag.”

Een andere vroegere danspartner van Koumans, die anoniem wil blijven, ergerde zich aan de financiële belangen die steevast speelden – een facet dat ook vaak door anderen wordt aangehaald. „Geld is in het latin dance een allesbepalende factor. Ambitieuze dansers zijn een verdienmodel voor trainers. Om verder te komen, moet je flink investeren. Kun je het niet meer ophoesten, dan raak je uit de gratie en lig je eruit. Want trainers kunnen je maken of breken.”

Uitbuiting

© Joris de Haan

Die geldelijke uitbuiting – tarieven van 200 euro per 45 minuten bij internationale trainers, veelal contant afgerekend, zijn niet ongebruikelijk, zeggen oud-dansers – en manipulatie waar hij over spreekt, ervoer ook de inmiddels gestopte danser Bram van Poppel. „Veel trainers zijn tevens jurylid, hebben dus een dubbele pet op. Je wordt onder druk gezet om in aanloop naar wedstrijden lessen bij ze te nemen, om zo een voorkeursbehandeling te krijgen. Want als jurylid bepalen zij of je voorronden overleeft, of je als paar wordt aangekruist. Het is een verkapte vorm van chantage. Maar door de sterke positie die ze hebben, is het lastig om je aan het systeem te onttrekken. Eigenlijk zet je jezelf dan buitenspel, word je een verschoppeling.”

Het is de afrekencultuur die een profdanser, oud-deelnemer aan het televisieprogramma ’Dancing with the stars’, zo verafschuwt. „Er worden te veel machtsspelletjes gespeeld. Eigenbelang en persoonlijk gewin overheersen, rancune voert de boventoon. Je bent wie je kent, vriendjespolitiek en de gunfactor zijn bepalend. Te veel carrières zijn zo geruïneerd.”

Hij vult zichzelf aan: „Het is zeker niet zo dat dit hele wereldje vergiftigd is, want zelf heb ik ook mogen werken met integere mensen waaraan ik veel, zo niet alles te danken heb. Maar een kleine groep heeft het voor het zeggen. De mores verandert daarom niet, het werkt een incestueuze cultuur in de hand.”

Zelf werd hij overigens ook geconfronteerd met ongepast gedrag, zij het niet vanuit de trainershoek. „Bij showoptredens danste ik altijd schaars gekleed. Je wilt niet weten tot welk gedrag dat leidde. Het publiek dacht zich alles te kunnen veroorloven. Ik werd betast en aangeraakt, bijvoorbeeld in mijn kruis. Als ik er iets van zei, werd er lacherig over gedaan. ’Heeft hij weer, de mazzelaar’, kreeg ik dan geregeld te horen. De grenzeloosheid is dus wijdverbreid.”

Voor oud-danser Natasja Haak – die vanaf haar vijftiende aan een opmars begon en het latin dance jarenlang combineerde met een opleiding aan de dansacademie – was het vooral de emotionele mishandeling die bij haar zijn sporen naliet. „Trainers kruipen in je hoofd, proberen je psyche te beïnvloeden. Je wordt telkens uit balans gebracht. Het ene moment complimenteren ze je, het andere ogenblik kafferen ze je uit of kleineren ze je. Dat doet iets met je zelfbeeld. En dat is wat ze willen bereiken, je breekbaar maken. Want zo hebben ze je in hun macht.”

Ze krijgt bijval van een van de geanonimiseerde oud-dansers: „Mentaal had ik het altijd zwaar te verduren, ik werd afgebroken. Nu, na mijn danscarrière, heeft dit nog steeds zijn weerslag. Het knaagt aan me.”

Haak ondervond ook aan den lijve dat zij als ’geldautomaat’ fungeerde. Nadat ze – na een periode in New York te hebben gewoond en gedanst – in Europa terugkeerde, liet ze zich verleiden tot een samenwerking met een trainster die aangaf haar te willen helpen om hogerop te komen. „Maar het bleek niet om mij te gaan, maar om haarzelf. Ik had veel sponsors, zij aasde slechts op het geld. Ze manipuleerde me, ik trapte erin. Zo kon ze haar eigen carrière bekostigen en haar ambities najagen.”

Gesloten cultuur

Wat het lastig maakt om onwelgevallige zaken te benoemen, is de gesloten cultuur. Dansscholen – doorgaans niet uitgerust met kleedkamers en een locatie waar alcohol geschonken mag worden – worden gekenschetst als ’clans’. Er heerst een, verklaren (ex-)dansers, door de trainers gecreëerd ’familiegevoel’ en ’sektarische cultuur’. Daarbij zou sprake zijn van een sterke hiërarchie en heerst er een omerta, de geheimhoudingstactiek van horen, zien en zwijgen. Ofwel: de vuile was hang je niet buiten.

De gezagspositie van trainers, die geregeld profiteren van bezielde ouders die er alles voor over hebben om hun dochter of zoon te laten doorbreken, kan zodoende gemakkelijk uitmonden in machtsmisbruik. Het is dan alsof je in een fuik terechtkomt, van waaruit het moeilijk ontsnappen is.

Een ex-danser, wiens naam op zijn verzoek is geanonimiseerd, zegt dat daarbij ’snel fysieke grenzen worden overschreden’. „Er wordt door trainers soms ongegeneerd aan dansers gezeten. Ze tasten af hoe ver ze kunnen gaan. Daarnaast zijn er opmerkingen die echt niet kunnen, zoals: ’Gooi je pik naar voren’ of ’doe maar net of je klaarkomt’.”

Ergens kun je het vergelijken met grooming, vult een gestopte danser aan die eveneens niet met haar naam naar buiten wil treden. „Eerst wordt het vertrouwen gewonnen, vervolgens wordt dat vertrouwen beschaamd. Dat de escalaties al snel seksueel getint zijn, heeft alles te maken met het DNA van de sport. Aanrakingen, ook op intieme delen, kun je niet altijd voorkomen. Maar je kunt wel duidelijk maken dat er geen bijbedoelingen achter zitten, toestemming vragen. Dit respect voor de lichamelijke integriteit ontbreekt te vaak.”

Bram van Poppel valt het tweetal bij. „Ik werk zelf in het onderwijs. Daar kan ik me dit soort taal of gedrag niet veroorloven, want dan kan ik mijn biezen pakken. Net als dat het niet acceptabel is om iemand ten overstaan van de groep de grond in te stampen of te kakken te zetten, iets wat in het latin dance ook veel gebeurt.”

Het was ook door het groomingproces dat Kim Koumans in een vicieuze cirkel terechtkwam, reconstrueert ze voor zichzelf. „Natuurlijk waren er trainers die met mij en andere dansers integer omgingen en die ons in hun waarde lieten. Maar een aantal ontpopte zich tot een wolf in schaapskleren.”

Ethische grenzen

© Joris de Haan

Barbara Nagode Ambroz, een gerenommeerde Sloveense trainer die met vele internationale kampioenen werkte, erkent de gevaren die in de sport verscholen zitten. „Ongelijkheid is nooit een goede basis voor een relatie. We moeten daarom doordrongen zijn van onze machtspositie, de mogelijke gevolgen overzien. De vraag durven stellen: waardoor voelen anderen zich ongemakkelijk of onveilig? Dat bespreekbaar maken en blijven communiceren heeft prioriteit, alleen dan kunnen we de ethische grenzen bewaken en voor menswaardigheid zorgen. Want onderdrukking of uitbuiting is onacceptabel.”

Maximiliaan Winkelhuis – als prestatiecoach begeleidt hij al 26 jaar wereldtoppers en hij bracht twee Engelstalige coachingboeken voor de danssector uit – vindt dat er, zeker als het om geslachtsbeleving gaat, nog stappen te zetten zijn. „Zo wordt er nog altijd gesproken van men’s steps en ladies steps, waarbij van de vrouw passiviteit wordt verwacht. Dat is discriminerend, want er zou sprake moeten zijn van wederkerigheid. In partnerschappen tussen dansers zie ik de verandering al ontstaan en ik stimuleer dat, maar in de bredere context is het nog missionariswerk.”

Door het huidige jurystelsel ligt machtsmisbruik op de loer, erkent Winkelhuis. „Met Ruud Vermeij (een van de gezaghebbende trainers in het latin dance, red.) heb ik geprobeerd vastgelegd te krijgen dat trainers niet ook kunnen jureren. Dat is niet gelukt. Een gemiste kans, want het zou de objectivering ten goede zijn gekomen.”

Koumans, die met de danswereld heeft gebroken, hoopt met haar openhartigheid het taboe op misstanden en seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport te doorbreken. „Ik stap naar voren om de slachtoffers een gezicht te geven. Zo hoop ik een discussie op gang te brengen die zich niet alleen tot latin dance beperkt. Het dansen heeft zoveel moois in zich, maar de cultuur is doorgeschoten. Er is te veel leed aangericht, met psychische, emotionele en fysieke schade tot gevolg. Daar moet een einde aan komen. Nieuwe generaties moet bespaard blijven wat mij en anderen is overkomen.”

Wetenschapper: ’Latin dance verheerlijkt seksueel geweld’

© Joris de Haan

De Franse wetenschapper Valentin Meneau gelooft dat het grensoverschrijdend gedrag binnen de danssport te maken heeft met de wijze waarop in latin dance naar vrouwen wordt gekeken. „In latin dance is de vrouw een lustobject, ze moet aantrekkelijk zijn en er mooi uitzien”, zegt Meneau, die is afgestudeerd in genderstudies en momenteel bezig is met zijn doctoraat in dansstudies. „Latin dance stimuleert het recht van mannen op het vrouwelijk lichaam en verheerlijkt seksueel geweld in de choreografie. Zo ontstaat de illusie van mannelijke dominantie en vrouwelijke onderwerping.”

Dat zie je bijvoorbeeld terugkomen in de rumba, nota bene aangeduid als de dans van de liefde – analyseert Meneau, zelf een latin danser. „Als de vrouw zich als een femme fatale gedraagt, moet de mannelijke hegemonie worden hersteld. Dat neigt naar sadisme: haar overgave wordt op een gewelddadige manier benadrukt in diverse dansposes, alsof het gerechtvaardigd en legitiem is. De gelijkwaardigheid ontbreekt.”

Eind vorig jaar publiceerde de Fransman, verbonden aan de Universiteit van Salzburg in Oostenrijk, het onderzoeksartikel ’Coding sexual violence as love – choreographed heteronormative gender performances in Latin American competition dancing’. Daarin stelt Meneau dat de danskunst deel uitmaakt van een ’cultuur van verkrachting’. „Het is in de choreografie gemeengoed: de man staat achter de vrouw, manoeuvreert haar in kwetsbare posities, bekijkt en betast haar. Daarnaast moet de vrouw voldoen aan een bepaald verlangen: in de manier hoe ze zich kleedt, zich gedraagt en zich opstelt. In de dagelijkse omgang in de danszaal kan zich dat vertalen in een toxisch klimaat. Iets wat ook geregeld gebeurt, weet ik uit ervaring.”

Meneau had gehoopt dat #MeToo het debat over ethiek in het latin dance zou aanzwengelen. „Het is helaas geen gespreksonderwerp gebleken, de scheidslijn tussen wat kan en wat niet wordt vanuit de federaties niet afgebakend. Dat terwijl de bewustwording en het verantwoordelijkheidsbesef bij velen ontbreken. Door betastingen, opmerkingen en omgangsvormen is er een dagelijkse portie misbruik, zullen veel dansers beamen als je hen ernaar vraagt. Een gedragscode zou dat deels kunnen ondervangen, maar die ontbreekt. Ik zie bovendien nauwelijks reflectie.”

De angstcultuur bemoeilijkt herstelwerkzaamheden, stelt Meneau. „Kritiek hebben of de aandacht op misbruiksituaties vestigen, leidt tot afwijzing. Je verliest alles wat je hebt opgebouwd. Die vrees resulteert in een collectief zwijgen.”

Deskundigen: Taboe rond grensoverschrijdend gedrag in de sport is groot

© Joris de Haan

Het taboe van grensoverschrijdend gedrag in de sport is groot, zeker bij seksuele intimidatie en misbruik.

„Lichamelijk contact in de sport is heel normaal”, zegt criminologe Tine Vertommen, auteur van ’Ongelijk spel. Seksueel geweld in de kinder- en jeugdsport’. „Dat maakt dat er meer gelegenheid tot misbruik is, zeker wanneer je als sporter in een ondergeschikte positie zit en te maken hebt met een autoriteitsfiguur. Instinctief voel je dat het misschien niet oké is wat er gebeurt, maar toch vraag je je af: hoort het erbij of niet?”

Klinisch psycholoog Mariel Meewisse wijst eveneens op het ’schemergebied’. „Waar ligt de grens bij aanraking, wanneer gaat het te ver? In de sport, waar je geacht wordt tegen een stootje te kunnen, niet terug te deinzen en pijn te verdragen, voltrekt zich al snel een normalisatieproces. De ongelijkwaardigheid die in elke afhankelijkheidsrelatie zit, werkt dit in de hand. Het besef dat iets niet in de haak is, daalt vaak pas later in.”

„Vergeet niet dat het een geleidelijk verloop kent”, benadrukt Iva Bicanic, hoofd van het Landelijke Traumacentrum UMC Utrecht en het Centrum Seksueel Geweld. „Misbruik is er niet van de ene dag op de andere, het ontstaat vaak vanuit een vertrouwensband. Je wordt door de pleger in verwarring gebracht, het gaat vaak gepaard met mindfuck. Dan lijkt het alsof er door het slachtoffer geen weerstand is geboden. De drempel om vervolgens naar buiten te treden, is hoog.”

Lang niet altijd gaat er een vooropgezet plan bij de pleger aan vooraf, stelt Meewisse, lid van de raad van bestuur van Abate, het expertisecentrum voor angst en trauma. „De trainer of coach die het contact met de sporter vertrouwelijk houdt en aanmoedigt tot topprestaties, wordt gaandeweg toenemend grensoverschrijdend. De sporter voelt zich niet bij machte om dit kenbaar te maken, en de trainer of coach wordt niet door een derde teruggefloten. Dan gaat het van kwaad tot erger, totdat het niet mis te verstaan is door het slachtoffer. Pressie volgt dan vanuit de pleger die veel te verliezen heeft. Het slachtoffer wordt onder druk gezet om er geen ruchtbaarheid aan te geven.”

Als je het wel met anderen deelt, is er het risico dat je als slachtoffer nog meer problemen krijgt, zegt Bicanic. „Niet iedereen is op jouw hand. Je krijgt te maken met believers en non-believers, er ontstaat polarisatie en is victim blaming. Ook dat kan een traumatiserend effect hebben.”

Vertommen valt haar bij: „Waar kun je terecht met een klacht, op welke instantie kun je vertrouwen? Vaak kom je bedrogen uit. Wat ik merk is dat het verwachtingspatroon van melders niet overeenkomt met wat men binnen justitie en het tuchtrechtelijk systeem kan bieden. Vaak weegt het belang van de pleger of het imago van de sportorganisatie zwaarder door dan dat van de melder.”

Bicanic zou graag zien dat er één centraal meldpunt voor seksueel grensoverschrijdend gedrag komt. „Je krijgt als professionals één kans om het goed te doen, om extra beschadiging te voorkomen. Bundel daarom de expertise, zodat je slachtoffers bij alle stappen in het vervolgtraject kundig kunt adviseren en begeleiden.”

Volgens Meewisse begint het met bewustwording en verantwoordingsbesef. „Een betere bondssturing is nodig. Zeker in sporten waar ook nog eens van subjectieve beoordeling sprake is, moet er onafhankelijk toezicht en corrigerend vermogen aanwezig zijn. Zo vergroot je de sociale veiligheid en verklein je de kans op excessen.”

Schriftelijke reactie van de twee dansbonden

Nederlandse Algemene Dans Bond:

De NADB heeft met afschuw het artikel gelezen en betreurt het zeer dat ernstig grensoverschrijdend gedrag ook in de danswereld voor komt.

Iedere keer weer zijn wij getroffen door het immense leed dat slachtoffers van seksueel misbruik wordt aangedaan. Het is voor de slachtoffers bijzonder ingrijpend, in veel gevallen gaan zij daar jarenlang, en misschien wel hun hele leven onder gebukt. Wij hebben veel respect voor degenen die met hun ervaringen naar buiten durven te komen. De NADB neemt dit signaal uitermate serieus en het helpt ons om misstanden aan te pakken.

Binnen de danssport is geen plaats voor grensoverschrijdend gedrag. Deze ervaring roept ons op de reeds ingeslagen weg om dit gedrag tegen te gaan met kracht te vervolgen. Dansers die grensoverschrijdend gedrag meemaken of met zorgen over een veilig en eerlijk sportklimaat in hun omgeving rondlopen kunnen terecht bij onze vertrouwenscontactpersoon. Deze biedt een luisterend oor, geeft raad en advies en is bovendien de eerste opvang voor leden met een klacht bij concrete incidenten. Natuurlijk kunnen zij ook terecht bij het Centrum Veilige Sport Nederland, ook voor vragen over pesten, matchfixing, doping, integriteit en discriminatie.

De NADB onderschrijft de Gedragscode Sport en brengt deze actief onder de aandacht van de dansers, hun ouders, juryleden en trainers, zoals recentelijk nog via een serie van webinars. Zie ook op onze website: Veilige sport omgeving - NADB

In het artikel in deze krant wordt specifiek aandacht besteed aan latin dance. De NADB hecht er aan duidelijk te maken dat dansen - en dat geldt ook voor latin dance - op geen enkele wijze ongelijkheid tussen partners mag creëren; de vrouw of man moet binnen de dans met respect benaderd worden en dansen mag op geen enkele manier bijdragen aan grensoverschrijdend gedrag. Wij moedigen daarom aan dat dansers en trainers gezamenlijk tot een choreografie komen waarin de betrokken dansers zich veilig voelen.

De NADB heeft veel waardering voor de personen die het aangedurfd hebben met hun persoonlijke verhaal naar buiten te komen. Wij wensen hun veel sterkte bij het verwerken van deze ervaringen. Graag nodigen wij hen uit met ons in gesprek te gaan om te bekijken waar wij kunnen ondersteunen, op welke wijze wij de ervaren praktijk aan kunnen pakken en te onderzoeken hoe wij misstanden in de toekomst kunnen voorkomen.

World Dance Council Dutch Amateur & Professional League/Nederlandse Bond van Dansleraren:

Allereerst willen wij stellen dat het bestuur van de Nederlandse Bond van Dansleraren elke vorm van aanranding of seksuele intimidatie binnen de danswereld altijd zal bestrijden en dat wij staan voor een cultuur waar onze dansers, juryleden en leraren zich veilig voelen. Elke melding die wij op dit vlak krijgen nemen wij daarom zeer serieus en wij herkennen ons dan ook niet in het beeld van het artikel.

De Nederlandse Bond van Dansleraren kent reeds enige jaren een officiële vertrouwenspersoon. Dit biedt de mogelijkheid om ten alle tijden contact op te nemen en kwesties te melden. Dit is duidelijk vermeld in onze brochure en op de website. We moeten vaststellen dat dit niet voor iedereen duidelijk blijkt te zijn en hier trekken wij lering uit. Gezien de aard van het door u gestelde, hebben wij er voor gekozen om een vrouw te benoemen als extra vertrouwenspersoon. Deze staat inmiddels vermeld op onze website. We zullen dit opnieuw en nog duidelijker communiceren met alle dansers en ook onze leraren/trainers vragen om dit nogmaals onder de aandacht te brengen.

Tevens besteden wij in onze opleiding tot dansleraar/trainer al decennia nadrukkelijk aandacht aan het fysieke aspect tussen danser en trainer. Als er sprake is van fysiek contact, moet dat met terughoudendheid gebeuren en altijd in overleg met de danser. Onze leerkrachten kennen hun verantwoordelijkheid. Ook hier geldt dat klachten zonder aanziens des persoons in behandeling worden genomen. Hiervoor wordt in voorkomende gevallen een speciale onderzoekscommissie aangesteld.

Tenslotte bespreekt u de bredere cultuur binnen het stijldansen. Ook hier wordt binnen onze opleiding uitgebreid aandacht aan besteed. Zo wordt er speciaal gekeken naar de relatie tussen leraar, danser en jurylid. Om deze relatie ook formeel zuiver te houden heeft de WDC voor haar geregistreerde juryleden een ’code of conduct’ en zijn de door u genoemde fenomenen herhaaldelijk onderwerp van gesprek.

Samenvattend is het beeld dat u schetst beduidend anders dan onze eigen ervaring. Juist vanwege de vorm van de activiteit en de traditionele samenstelling van een danspaar zijn ’omgangsvormen’ altijd een centraal thema geweest en is de rolverdeling binnen een paar gebaseerd op wederzijds respect. We nemen uw onderzoek echter serieus. Daarom starten we een eigen onderzoek en zullen onze leden vragen om zich te melden bij misstanden en klachten. Wij wijzen er op dat een ieder het recht heeft om aangifte te doen en raden dat ook aan.

Verantwoording

De basis van deze onderzoekspublicatie wordt gevormd door achtergrondgesprekken met 16 betrokkenen uit het latin dance, onder wie tien (voormalig) dansers. Een aantal van hen wilde uitsluitend op voorwaarde van anonimiteit praten. Hun namen zijn bij de hoofdredactie bekend.

Met verschillende personen is meerdere keren gesproken. Waar mogelijk zijn beweringen nagetrokken. Kim Koumans gaf toestemming om inzage te krijgen in (delen van) haar medisch dossier.

De keuze om geen namen van plegers te noemen, is een bewuste. De meeste beschuldigden zijn geen publieke figuren, waardoor naamsvermelding een (te) grote inbreuk op de levenssfeer zou zijn. Bovendien gaven de betrokkenen aan vooral de cultuur te willen schetsen en aan de kaak te stellen.

Meer nieuws uit Sport

Meest gelezen