Provinciale Staten houden vinger aan pols bij Tata Steel; jaarlijks rapport over duurzaamheidsprestaties
Op de uitstoot van de pelletfabriek van Tata komt een filter.© foto dirk-jan prins
Provinciale Staten willen beter in de gaten houden of het een beetje opschiet met de duurzaamheidsambities van staalfabrikant Tata Steel. Een motie van de Partij voor de Dieren hiertoe is maandag aangenomen.
De motie roept Gedeputeerde Staten op om jaarlijks te rapporteren ’hoe ver Tata Steel concreet op koers is’. Hij is met meerderheid van stemmen aangenomen.
Dat gebeurde tijdens een debat over het rapport Stof tot Nadenken, dat de Randstedelijke Rekenkamer in opdracht van Provinciale Staten heeft gemaakt. Het rapport is kritisch over het provinciale toezicht op megavervuiler Tata Steel, waar omwonenden vooral de laatste jaren steeds meer overlast melden. Honderden omwonenden zijn uiterst bezorgd over de gevolgen voor hun gezondheid van de uitstoot die zij aan den lijve ondervinden. Vooral in de vorm van stof en stank, vaak begeleid door flink wat lawaai.
De Statenleden gaven aan dat zij de klachten van omwonenden hierover goed hebben gehoord. Maar hun conclusies waren niet eenduidig. Alle Statenleden omarmden de kritische conclusies van de Randstedelijke Rekenkamer, die meent dat er veel voortvarender moet worden gehandhaafd dan nu. Maar nog strenger dan de Rekenkamer werden de Staten zelf niet, ondanks pogingen hiertoe van Partij voor de Dieren en Denk, die hiervoor vier moties hadden ingediend. Op een na - de motie over de jaarlijkse rapportages over de duurzame koers van de staalfabriek - zijn ze allemaal met grote meerderheid naar de prullenbak verwezen.
Levens
De grootste Tata-criticus in Provinciale Staten, Ines Kostic van Partij voor de Dieren, vindt dat ’men teveel uitgaat van wat niet kan’ bij de handhaving en vergunningverlening bij het staalbedrijf. Hierdoor lijkt het alsof de overheid zij aan zij met de staalfabriek de vervuiling staat te verdedigen. „Het gaat letterlijk om levens”, hield ze de Statenleden voor. Ze vond het een taak van de provincie om zowel de werknemers als de omwonenden van de fabriek te beschermen tegen de voor gezondheid schadelijke vervuiling van de fabriek.
De enige partij die naast de Partij voor de Dieren een motie indiende was Denk. Statenlid Süleyman Koyuncu maakt zich zorgen over de school in het dorp. Die kan vaak niet zomaar een raam openzetten om te ventileren. Dat is wel een corona-advies van de overheid. Maar als de wind vanaf de fabriek naar het dorp blaast, moeten de ramen dicht blijven. Hij vond dat hier onderzoek naar moest worden gedaan, maar gedeputeerde Jeroen Olthof wees erop dat het RIVM al bezig is met een groot gezondheidsonderzoek waarin dit wordt meegenomen. Ook zei hij dat de verantwoordelijke wethouder van de gemeente Beverwijk al contact heeft gehad met de basisschool. De motie werd afgewezen.
VVD’er Nick Roosendaal wil dat de gedeputeerde er bij Tata op gaat aandringen om de duurzaamheidsambities te versnellen. Nu heeft Tata in zijn eigen plannen staan dat de fabriek in 2050 CO2-neutraal produceert, hij vindt dat dit veel vroeger moet: uiterlijk 2040. Olthof zegde toe het er met Tata over te zullen hebben, maar wees erop dat Tata uiteindelijk zelf gaat over de besteding van zijn eigen winst.
PvdA’er Leerink brak een lans voor steun voor de omwonenden, die nu vaak moeten opboksen tegen de juristen van Tata en de specialisten van de Omgevingsdienst. Hij noemde een idee dat al eerder door Dorpsraad Wijk aan Zee is genoemd: de aanstelling van een ombudsman die omwonenden helpt. Zo hebben die een steviger positie in de discussie. „Er moet een gelijk speelveld zijn.” Gedeputeerde Olthof wees zijn partijgenoot erop dat de Omgevingsdienst die rol eigenlijk zou moeten vervullen. Leerink stelde vast dat het Rekenkamerrapport juist laat zien dat Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied er ’niet scherp genoeg op heeft gezeten en dat er situaties ontstonden die niet zo lang getolereerd hadden mogen worden.’ Olthof beloofde dat er stevige verbeteringen aankomen bij het toezicht.