Miljoenentekorten in Zaanstad: gemeente liet zelf kosten jeugdhulp ontsporen. Rekenkamer oordeelt hard
© Foto ANP XTRA
De miljoenentekorten bij de specialistische jeugdzorg in Zaanstad zijn niet zozeer te wijten aan te weinig geld van het Rijk – zoals het college van burgemeester en wethouders beweert. De eigen Rekenkamer oordeelt dat het college de kosten voor jeugdzorg vooral zelf uit de hand liet lopen. Door een ’cliëntenstop’ krijgen kinderen in Zaanstreek-Waterland niet de zorg die ze nodig hebben.
Wethouder Songül Mutluer wijst naar het Rijk als schuldige van de miljoenentekorten en lobbyt stevig voor meer financiering. De Rekenkamer hield de gemeente dit jaar een confronterende spiegel voor en concludeert: het is een rommeltje in Zaanstad.
Het tekort ligt volgens de Rekenkamer – die de periode 2015-2018 heeft onderzocht – niet aan Den Haag of aan een groeiend aantal kinderen dat hulp nodig heeft.
Wat niemand wil, is daardoor toch gebeurd: een keiharde cliëntenstop in de dure specialistische jeugdhulp bij 13 van de 36 instellingen in de regio Zaanstreek-Waterland sinds juli dit jaar. Dat betekent maanden op de wachtlijst met een kind dat nú hulp nodig heeft, terwijl de zorginstellingen ze wel kunnen helpen.
Arne Theunissen, manager bij zorginstelling Odion, vindt de patiëntenstop onacceptabel: „Het is treurig dat we kinderen niet de zorg kunnen bieden die ze nodig hebben, terwijl we in zo’n rijk land leven.”
Hard oordeel
Deze krant en onderzoeksplatform Follow the Money onderzochten hoe het zover heeft kunnen komen. In vier jaar tijd gaf Zaanstad 34,1 miljoen euro meer uit aan specialistische jeugdhulp dan begroot. Meer gemeenten kampen met een miljoenentekort op de post Jeugdzorg. De Rekenkamer Metropool Amsterdam oordeelt evenwel opvallend hard over de gemeente Zaanstad.
De Rekenkamer concludeert dat de gemeente de kosten eerder onnodig gierend uit de hand heeft laten lopen, informatie over gebruik en kosten jeugdhulp niet op orde heeft en dat de gemeenteraad, mede daardoor, onvolledig is geïnformeerd.
Ook zijn aanbevelingen uit 2015, toen soortgelijk onderzoek werd gepresenteerd, niet of onvolledig overgenomen. Waren die wel opgevolgd, dan was de situatie nu minder ernstig geweest, denkt de Rekenkamer.
Verantwoordelijk wethouder Mutluer, tevens voorzitter van het wethoudersoverleg Jeugd, verwijst geregeld naar landelijke ontwikkelingen, zoals de toename van het aantal zorgbehoevende jeugdigen en de groeiende zwaarte van de problematiek. Ze deed een beroep op het Rijk om de portemonnee te trekken. „Het water staat ons aan de lippen.” .
Volgens de Rekenkamer was in Zaanstad genoeg budget toen de jeugdhulp van start ging. Het budget tot en met 2018 steeg zelfs met 3,6 miljoen euro, terwijl het aantal jongeren in specialistische jeugdhulp, daar waar de enorme tekorten ontstonden, met 13 procent afnam. Zaanstad neemt de aanbevelingen van de Rekenkamer nu wel ter harte en probeert het tij te keren.