Noord-Hollandse Blauwen goed voor de eieren, lekkernij tijdens de kerstmaaltijd
Ze laten zich liefdevol oppakken en pikken de korrels uit zijn hand. De Noord-Hollandse Blauwen die Werner Blank voert, zijn handtam.
Dagelijks vertoeft hij in de kippenren van het Rundveemuseum Aat Grootes in Aartswoud. ,,Ik vind het leuke beesten en deze omgeving bevalt me prima’’, aldus de 21-jarige cliënt van de Prinsenstichting. Samen met anderen verricht Werner talloze werkzaamheden op het terrein waar vrijwilligers de boel (ook in coronatijden) draaiende houden. ,,Ondanks corona proberen we zoveel mogelijk activiteiten te organiseren’’, stelt Elly Deutekom van het museum. ,,Groepsexcursies zitten er voorlopig niet in en dat proberen we toch enigszins op te vangen want je vaste kosten gaan toch gewoon door.’’
Op zondag 2 augustus staat er een manifestatie op het programma die in het teken staat van hoenders. Het museum, dat deze dag van 12.30 tot 16.30 uur is opengesteld, stelt allerhande kippenrassen centraal. Met name de oudere rassen die vroeger op boerenerven rondliepen. Zoals de Noord-Hollandse Blauwe en de Assendelfter. ,,Dat zijn de enige twee Noord-Hollandse rassen’’, weet kenner Gerard Tesselaar die in deze regio jarenlang ervaring heeft opgedaan als keurmeester van hoenders. ,,Het leuke van deze rassen is dat ze qua tijdsperiode mooi aansluiten bij de oudere runderrassen die hier bij het Rundveemuseum rondlopen.’’ De Noord-Hollandse Blauwe onderscheidt zich volgens Tesselaar als een echte ’leg-vleeshoen’. ,,Deze kippen leggen goed eieren maar doen het ook heel goed in de vleesproductie. Ze werden in Amsterdam veel verkocht als lekkernij voor de kerstmaaltijd. Dat was de kalkoen van die tijd.’’
Heel anders zijn de Assendelfters. ,,Dat zijn lichtgewicht kippen. Die hebben genoeg aan de helft voer van een reguliere kip. Ze scharrelen het meeste voedsel op het erf zelf bij elkaar. Dat maakt het natuurlijk hele economische kippen.’’
Behalve genoemde kippenrassen lopen er bij het Rundveemuseum ook zogeheten Leghorns rond. Dezelfde soort die de opa van Tesselaar al hield en hem inspireerde keurmeester te worden. ,,Leghorns doen hun naam eer aan. Ze leggen wel 230 eieren per jaar.’’
Tesselaar kan er met enthousiasme over vertellen. Net als zijn collega Klaas van der Hoek die speciaal voor de hoenderdag op 2 augustus is uitgenodigd. Van der Hoek houdt op uitnodiging een lezing, van 13.30 tot 15.00 uur. Bij deze gelegenheid kan het publiek vragen stellen over het houden van kippen. Van der Hoek geeft een toelichting op de kippenrassen die op het Rundveemuseum rondlopen.
In verbang met het coronavirus werkt het museum deze zondag 2 augustus met twee tijdsblokken.
Meer info hierover op: www.rundveemuseum.nl