Het totale bedrag wordt dus geïnd, hoewel de voetballers zo’n drie maanden lang niet kunnen trainen, wedstrijden spelen en een drankje in de kantine kunnen doen. Dat is volgens de regels, melden de clubs, want bij een lidmaatschap is er geen ’wederkerigheid van rechten en plichten’. Omdat er sprake is van overmacht en de clubs mede op basis van de contributie-inkomsten hun begroting hebben bepaald en kosten hebben gemaakt voor het hele seizoen zoals trainingsmaterialen, is dit besluit genomen.

Voorkomen

Dat klinkt logisch en verdedigbaar, maar waarom moet dat een gezamenlijke beslissing zijn? ,,We zijn op dezelfde manier geraakt door de coronacrisis, en wilden daarom de maatregelen die we moeten nemen gezamenlijk uitdragen’’, vertelt Martijn Jonker, voorzitter van ZCFC. Eén geluid dus naar alle voetballers, om te voorkomen dat er door leden naar de buren wordt gewezen: ’Ja, maar zij doen het anders’.

Deze beslissing was volgens Jonker ’pro actief’, niet het gevolg van klachten van leden die geld terug eisen. ,,Dat valt gelukkig mee. Het zal verschillen per club, maar over het algemeen merken we dat leden begrip hebben voor deze situatie. We zijn een vereniging, geen bedrijf. Juist nu hebben we de hulp van onze leden nodig om allemaal financieel gezond het volgende seizoen in te gaan.’’

Het initiatief om via een video-conferentie bij elkaar te komen kwam vanuit enkele voetbalverenigingen en uiteindelijk sloot een grote groep bestuurders aan. Blauw Wit, FC Zaandam, KFC, RCZ, Saenden, RWZ, Hercules Zaandam, Sporting Krommenie, SVA, Fortuna Wormerveer, Assendelft, PSZ, Westzaan, ZCFC, Zaandijk en Zaanlandia namen deel, evenals zaalvoetbalclub FCZSW. Verder waren er vertegenwoordigers van Sportbedrijf Zaanstad, gemeente Zaanstad en de KNVB aanwezig.

,,Het was goed om de koppen bij elkaar te steken over de impact van de coronacrisis’’, benadrukt Jonker. ,,Het ging niet alleen over contributies. Wat komt er op de vrijwilligers af, welke regelingen kun je treffen en hoe zit het met belastingen? Of overlast van groepen jongeren op de velden, ook iets waar veel clubs mee te maken hebben. Het was goed om kennis te delen en elkaar zo te helpen. Natuurlijk is de ene vereniging groot en de andere klein en zijn de problemen voor elke club net weer iets anders. Maar de effecten van deze periode zijn voor iedereen voelbaar.’’