Commentaar: Coronavirus is een venijnige ziekmaker, maar voor paniek is nog geen reden
De Federal Reserve (Fed) maakt zich zorgen. Niet vanwege Brexit of de aanhoudende onust in Hong Kong. Nee, het Amerikaanse stelsel van centrale banken vreest de impact van het coronavirus op de wereldeconomie.
Nu is dat virus geen kleinigheid. Het aantal besmettingen loopt in de tienduizenden en het dodental zal spoedig de onheilspellende grens van duizend overschrijden. Maar is dat wel zo verontrustend als het op het eerste gezicht lijkt?
Het venijn van virussen wordt in het algemeen gemeten in termen van doden per duizend besmettingen. De mortaliteit van dit virus is met twee procent stevig, maar nog geenszins in de buurt van killervirussen als SARS (9,6%) of MERS, waaraan in Saoedi Arabië een op de drie besmette patiënten bezweken.
Dit virus, dat kennelijk nog steeds niet zo serieus wordt genomen dat het al een toegankelijke roepnaam verdient heeft in plaats van de wetenschappelijke aanduiding 2019-nCoV, is niet veel gevaarlijker dan een stevige griep. Zoals de influenza die gedurende de winter van 2017 alleen al in Nederland zo’n negenhonderdduizend mensen trof. Deze griep joeg het sterftecijfer gedurende die periode met bijna tienduizend extra doden omhoog. Een serieuze zaak natuurlijk voor alle getroffenen, maar van paniek, laat staan bij de Nederlandse bank, was uiteraard geen sprake.
Het coronavirus dat nu rondwaart is een stevige klus voor de zorgverleners in de wereld, maar de economie heeft nog echt niets te vrezen. Integendeel, het farmaceutisch bedrijf dat er al eerste in slaagt een vaccin te ontwikkelen loopt straks binnen.