Politierechter vindt dat verwarde mepper die twee mensen mishandelde geen straf verdient maar hulp
Heerhugowaarder M. W. (42) had op 5 juli in een winkelcentrum in verwarde toestand twee mensen mishandeld. Maar dat kan hem volgens het vonnis van politierechter M. Allegro wegens zijn psychische toestand niet aangerekend worden.
De man had een medewerkster van een supermarkt op weg naar haar scooter plotseling van achteren geslagen. De vrouw was een kapperszaak in gevlucht.
Daarna had W. ook nog een man geslagen die de vrouw te hulp schoot. De Heerhugowaarder zei dat hij door stress en stemmen in zijn hoofd tot zijn daden was gekomen. Hij had het idee opgevat dat de anderen hem pestten.
Filmen
W. klaagde, dat de door hem geslagen man hem was gaan filmen. ,,Daar houd ik niet van en dat mag ook niet”, merkte hij daarover op. ,,Daar was wel iets aan vooraf gegaan”, hield de rechter hem voor.
W. was die dag hardhandig tegen de grond gewerkt. Hij had pijn in zijn ribben en riep dat hij niet kon ademen. ,,Zolang je nog kan praten, kan je nog ademen’’, hoorde hij een van de vele getuigen roepen.
De Heerhugowaarder was na een paar dagen politiebureau aansluitend voor de duur van vijf weken opgenomen in een psychiatrische inrichting. Sindsdien is hij onder behandeling van de GGZ, inclusief verplichte inname van medicatie onder toezicht van de begeleiders.
Ontoerekeningsvatbaar
Officier van justitie N. Levinsohn eiste een werkstraf van vijftig uur waarvan dertig uur voorwaardelijk. Advocaat G. Kaaij bepleitte ontslag van alle rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid en de rechter volgde de raadsman daarin.