In 60 seconden: Kerststress
Ik vind het knap, mensen die nog voor de goedheiligman richting Spanje is vertrokken al hun hele huis strak in de kerstsfeer zetten. Fonkelende lichtjes in voor- en achtertuin, binnen een stemmige boom met roze, blauwe of beige ballen en bijpassende kerstversieringen in de vensterbank, die bezoekers uit de gure kou zo de behaaglijke woonkamer in lijken te lokken.
Zoiets. Die hebben hun kerstspullen zeker voor de grijp staan. Of een flink budget. Wellicht een kwestie van discipline. Zelf kom ik pas in actie als huisgenoten vertwijfeld vragen ’of wij nog wel een boom gaan halen’. ’Doen jullie niet aan Kerst?’ hoorde ik laatst. Dan wordt het tijd voor actie. En staat de boom eindelijk, dan weet ik weer waarom ik deze klus zo lang uitstel. Kerststress steekt direct de kop op.
Uit alle hoeken en gaten moet de kerstversiering komen, begin dit jaar nonchalant weggestouwd op onherbergzame plekken, want voorlopig toch niet nodig. Ik zoek me een bult. Waar heb ik die ballen in vredesnaam gelaten? Die door de jaren heen zelf geknutselde engeltjes en kerstmannen kunnen nu echt wel weg. En nieuw spul kopen doe ik ook niet meer. Nergens voor nodig.
Maar al snel neemt het (valse) sentiment de overhand. Want dat nieuw aangeschafte boompje van licht is toch wel errug leuk. En wat is dat eigenlijk een schattige knutsel. Ja hoor, de boel slibt alweer dicht. Volgend jaar doe ik het helemaal anders. Dan komt er geen rotzooi meer in huis, gaat alle oude rommel weg en de ballen keurig op de plank. Maar wat een schattig engeltje in die doos, en ach wat fonkelt dat boompje charmant. Onweerstaanbaar. Vrolijke Kerst zonder stress, is ook wat waard.