Om voor zover nodig het geheugen nog even op te frissen: woensdag 31 oktober 2018 kegelde Odin, nota bene in Emmen, de plaatselijke FC met een 1-3 zege uit het toernooi. Een vooralsnog eenmalige stunt, al kreeg ook Heerenveen het in de ronde erna nog knap lastig tegen de geelhemden.

Voor wie zich dat nu een jaar later misschien stiekem toch nog even afvroeg: nee, er wordt niet gegokt op een uitslag van de bekerwedstrijd tussen Vitesse en Odin. Integendeel, er is juist heel serieus geanalyseerd. Trainer Anthony Correia en de zijnen maken werk van hun bezoek aan de Gelredome. „We hebben ze zaterdagavond in Enschede nog eens goed bekeken in hun wedstrijd tegen FC Twente”, bevestigt hij desgevraagd. „Eerste helft matig, nul beleving. Tweede helft stukken beter. Als je deze jongens in hun kwaliteit laat, wordt het super lastig.” Het zal in zijn visie neerkomen op slim profiteren van de steekjes die elke tegenstander laat vallen, weet hij. „En wij moeten een superdag hebben. Alles moet kloppen, iedereen moet over een paar extra longen beschikken. En dan hopen dat het zo’n dag wordt waarop het onmogelijke mogelijk blijkt.”

In de selectie leeft het duel vanzelfsprekend volop. Al maakte captain Ron Scheffer het dus al een keer mee, hij kijkt er reikhalzend naar uit: „Zo vaak speel je als amateur niet in dat stadion, toch? Verwachtingen? We zijn nuchter, de kans op een nieuwe stunt is niet bijster groot. We gaan volop de strijd aan, genieten en dan zien we wel wat er gebeurt.” Teamgenoot en nieuwkomer Koen Tros vindt het allemaal vooral ’alleen maar leuk’. De 23-jarige Langedijker stapte deze zomer van eersteklasser BOL over naar Odin. „Het gaat wel snel ja. Ik heb tot nu toe ook alles gespeeld. Dat de trainer me al een sterkhouder noemt is een extra mooi compliment. En dan dit mogen meemaken.”

Correia zal naar eigen zeggen weinig concessies doen aan zijn vertrouwde speelwijze met veel dynamiek. „We gaan uit van eigen zekerheden”, licht hij toe. „Je moet niet zoveel willen veranderen, dat maakt het alleen maar verwarrender. Al kun je wel nuances aanbrengen waarmee je inspeelt op wat je van de tegenstander weet en verwacht.” Het liefst zou de oefenmeester kort voor de wedstrijd in de bus stappen, gas erop en dan los. Om fileleed te voorkomen, is dat geen optie. „De meeste jongens komen eerder van hun werk, zodat we ’s middags richting Arnhem kunnen vertrekken. Onderweg eten we en houd ik de voorbespreking. Jammer, want hoe langer de tijd voor het eerste fluitsignaal, hoe meer ze kunnen nadenken. Moeten we niet doen, gewoon knallen.” Waarbij hij rekent op de onmisbare verbale steun van het geelblauwe legioen, dat massaal het uitvak zal bevolken.