Margreet Dekker, directeur van de Zaanse Zomerschool, zegt dat het is bedoeld voor kinderen die nog wat kunnen leren op het gebied van taal en rekenen. „Kinderen die niet op vakantie gaan zijn ook welkom. Zij kunnen zich verloren voelen in de vakantie wanneer hun vriendjes wel weggaan. En wat als ze zich vervelen? Ze liggen dan de hele dag in bed of halen kattenkwaad uit. Naast het leren is er ook nog een sociaal aspect.’’

De zomerschool loopt al acht jaar en laat kinderen op een leuke en speelse manier leren. De deelname is vrijwillig. „Kinderen weten zelf heel goed of ze nog iets kunnen leren. Ook of ze al helemaal klaar zijn voor de volgende groep. Die kinderen schrijven zich vaak in. Wij helpen ze om met meer zelfvertrouwen over te gaan”, zegt Dekker.

De ouders van de leerlingen zien ook de positieve resultaten van de zomerschool. Dekker: „Zij vertellen ons vaak dat hun kind meer zin heeft om straks terug naar school te gaan.” Er zijn daarom ook veel kinderen die elk jaar opnieuw terugkomen. Zo ook Finn (11) uit groep 7, die nu voor de tweede keer meedoet. „Ik vind de zomerschool gemakkelijker omdat het hier anders wordt uitgelegd. Ik kan me ook beter concentreren, omdat we kortere lessen hebben.”

Kleinere klassen

De kern van de succesformule schuilt volgens Dekker in de kleinere klassen. Tijdens het schooljaar bestaan de klassen vaak uit 30 leerlingen of meer, bij de Zomerschool maximaal 25 leerlingen per groep. „We merken zeker verschil. We hebben ook twee leerkrachten voor de groep staan, daardoor kunnen we leerlingen veel meer aandacht geven. De kracht van herhaling speelt ook een rol, zo leer je iets.’’

Ondanks het positieve effect is het niet zeker of de zomerschool kan blijven bestaan. De driejarige subsidie is al in 2017 ingegaan. „Dit is het laatste jaar. Het kan zijn dat het geld volgend jaar naar andere projecten gaat. Maar ik ga er alles aan doen om de zomerschool te laten doorgaan. We gaan er voor vechten’’, belooft Dekker.