Onderwaterwalhalla in Great Barrier Reef

En dan zwem je ineens naast een joekel van een vis: een Maori Lipvis om precies te zijn.

Tussen de duiken door is er genoeg tijd om boven op het dek te zonnebaden.

ccccc cccc ccc cc ccc cccccccc ccccc cccc ccccc

vvvvvv vvvvvv

1 / 4
Tekst en foto’s: Koen Nederhof

Leven op zee en duiken naar hartenlust. Het Australische Great Barrier Reef geldt als een onderwaterwalhalla waar je als sportduiker geweest moet zijn. Zomertijd stapte op een ’liveaboard’ en leefde drie dagen op en onder water.

Daar staan we dan. Wetsuit aan, persluchttank op de rug en een zaklamp in de aanslag. Boven ons schijnen twee bouwlampen in het water, wat schuimend oplicht. Een blik naar beneden leert dat er ook in deze nachtelijke uren genoeg leven op en rond de koraalriffen is te vinden. Kleine visjes schieten in het rond, maar ook haaien en andere roofvissen laten zich aan de oppervlakte zien. Ze zijn totaal ongevaarlijk voor mensen, is ons verteld. Maar is dat ook aan die haaien meegedeeld?

Toch hangen we na een flinke plons en een korte afdaling uiteindelijk ontspannen tussen de jagende vissen. Die blijken inderdaad weinig oog voor ons te hebben, al maken de grote vuilzilveren ’giant trevallies’ handig gebruik van onze aanwezigheid. Wanneer we met onze zaklamp een kleinere vis in een lichtbundel vangen, heeft diens laatste uurtje geslagen. Binnen een seconde heeft een van de ruim een meter grote rovers toegeslagen. Hap-slik-weg.

Met een groepje duikers volgen we een paar haaien die laag over de zandbodem scheren en af en toe omhoog suizen langs het koraal van het Norman Reef, waar we hebben afgemeerd. In het donker lichten de oogjes van de sierlijke dieren op en soms zwemmen ze uit nieuwsgierigheid op enkele meters van ons vandaan. Hoewel iedere duiker weet dat een rustige ademhaling de sleutel is om niet als een bezetene door de perslucht heen te gaan, schiet de hartslag toch even omhoog als dat gebeurt.

Strak schema

Toch slapen we uiteindelijk veilig in onze hut aan boord van de OceanQuest, een zogenoemde ’liveaboard’: een schip waarop je verblijft en waarmee je duikplekken bezoekt. De komende drie dagen is dit ons huis. Nadat we eerder in het Noord-Australische kuststadje Cairns waren opgepikt, stapten we aan boord van het schip SeaQuest. Dat bracht ons in ongeveer anderhalf uur naar de OceanQuest dat het hele jaar door bij het immens grote Great Barrier Reef drijft. Omdat de kust zo’n 60 kilometer verderop ligt, is dagelijks op en neer varen geen optie.

Het schema aan boord is namelijk nogal strak. Wie wil, wordt iets na zonsopkomst, om kwart voor zes ’s ochtends, gewekt voor de eerste duik. Dat is pas wakker worden! Daarna is het tijd voor ontbijt, nog twee duiken en lunch. In de middag meert elke dag de SeaQuest aan met bevoorrading en nieuwe gasten en vertrekken de mensen wiens tripje erop zit. Daarna volgt weer een duik, avondeten, een nachtduik en dan een toetje.

Wie daarna nog zin heeft in een drankje, kan naar de bar. Maar in de meeste hutten - met een eigen douche, tweepersoons- of stapelbed en een raampje met zeezicht - gaat voor tienen het licht uit. Rozig na een dag op zee ben je op de golfslag van de Stille Oceaan zo in slaap gewiegd.

Anderzijds is er tijd genoeg om te ontspannen gedurende de dag. Tussen de duiken door verplaatst het schip zich naar andere duiklocaties. Zo varen wij in twee dagen langs het Saxon Reef en Norman Reef, waar weer tientallen plekken zijn te vinden waar het schip veilig voor anker kan. Die momenten zijn ideaal voor een uurtje zonnebaden in de hete Australische zon op het zonnedek, waar we onze handdoeken uitspreiden en languit neerploffen. Terwijl een van de bemanningsleden ook nog zachtjes op een gitaar tokkelt, wanen we ons in het paradijs. Op andere momenten nemen we de tijd om onze duiklogboeken in te vullen of om over het azuurblauwe water rond de riffen te staren. Een drankje erbij is uit den boze: nuttig een biertje en je mag die dag het water niet meer in.

Al met al zijn er zo’n veertig duikers aan boord van de boot en nog eens vijftien tot twintig man bemanning. Deze zorgt ervoor dat er eten is, dat de duikspullen klaar staan, dat er wordt gevaren en dat de hutten worden schoongemaakt als er nieuwe gasten komen. Bovendien staan zij garant voor schitterende verhalen. Lizzy vertelt over hoe een schildpad een fles op haar duikuitrusting voor een kwal aanzag en ’m probeerde op te eten. Al snel imiteert zij hoe ze het beest met kleine slaande bewegingen van zich af probeerde te duwen: „Ik ben je eten niet, ga weg.” Haar tip: „Nou ja, neem dus geen witte flessen onder water mee.”

Een collega valt haar bij: „Waar ik vroeger dook, had je een enorme schildpad die we Snappie noemden. Een chagrijnig oud beest. Het verhaal ging dat hij zo oud was dat hij niet meer in trek was en daarom vaak boos naar vrouw-tjesschildpadden uithaalde. Maar dat deed hij ook eens naar een leerling van mij. Die was aan het filmen toen Snappie haar probeerde te bijten! Uiteindelijk kwam ze er zonder kleerscheuren vanaf, maar we zijn hard weg gezwommen.”

Clownvisjes

Een dag later heeft hij het filmpje opgeduikeld op zijn telefoon. Inderdaad, Snappie wil je niet tegenkomen!

De onderwaterwereld waar we ons in drie dagen tijd maar liefst twaalf keer in storten, is prachtig. Koraal torent vanaf de bodem richting de zeespiegel. Clownvisjes (bekend van de film ’Finding Nemo’) spelen tussen de tentakels van zeeanemonen. Haaien dutten op de zanderige bodem, barracuda’s kijken ons met boze ogen argwanend aan. Zeekomkommers zo groot als boomstammen doen buitenaards aan, terwijl zeeschildpadden juist weer een feest der herkenning zijn.

Tijdens het duiken dragen we altijd een wetsuit of een stingersuit dat veel dunner is. Alles om zoveel mogelijk huid te bedekken: een aanraking met een kwal kan in deze wateren nogal heftige gevolgen hebben. Sommige zijn zelfs dodelijk. We maken ons er niet te druk om en geven onze ogen de kost. Met langzame slagen gaan we door het lichtblauwe water en luisteren we naar het kenmerkende klikgeluid dat je onderwater altijd hoort.

„Dat zijn zeeluizen”, zegt de jonge Amerikaan Tobin stellig. Hij blijkt er echter faliekant naast te zitten; het geluid komt van het bontgekleurde gezelschap zeevissen dat aan het koraal knabbelt, weten onze begeleiders. Het maakt de verhalen tijdens het eten aan de ronde tafel in de kantine van de OceanQuest er niet minder interessant om. Honderduit vertellen deelnemers over wat ze onderwater hebben gezien, waar ze elders hebben gedoken en wat zij nog hopen te zien.

„Jullie zwommen toch langs ons? Dan hebben jullie vast ook die grote wit-bruine vis gezien?” vraagt een stel aan ons. We antwoorden bevestigend, want ook wij hebben met enige verbazing het beest een tijdje bekeken voordat we door zwommen. Ze vertellen ons dat om een soort blowfish (kogelvis) gaat. Zo’n vis die zichzelf veel groter kan maken dan-ie is om je af te schrikken. Maar in dit geval was hij nog klein. „Kun je nagaan hoe groot die kan worden!” zegt het stel met grote ogen.

De Oostenrijkse chirurg Clemens zat een maand eerder ook al op een liveaboard: bij Komodo in Indonesië. „Het eten is hier veel beter”, grinnikt hij terwijl hij op foto’s laat zien hoe hij op zijn vorige trip een kom rijst met bonen wegwerkt. Maar hij heeft ook foto’s met enorme haaien.

Maanvisjes

Die willen we liever zelf zien. Na twee dagen aan boord is het bijna routine geworden om je in een pak te hijsen, te testen of de tanks vol perslucht zitten, de vinnen aan te trekken en een duikmasker op te zetten. Dan gaan we weer: vanaf het achterdek met een grote stap de zee in. Langs een van de ankerlijnen naar beneden en dan ruim drie kwartier doen alsof het de normaalste zaak van de wereld om te midden van papegaaivissen, maanvisjes en zelfs een vrij zeldzame Maori lipvis te zwemmen.

Vrolijk blazen we bellen totdat onze laatste duik erop zit en ook wij weer terug naar het vasteland moeten. Met een flinke vaart razen we terug richting Cairns waar de eerste stappen op de steiger wat onwennig voelen. Alsof je na het schaatsen je gewone schoenen aantrekt. We zijn weer gewoon landdieren en dat is even wennen.

Meer nieuws uit Lifestyle

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.