Om op het ijs koek en zopie te mogen verkopen, is in Waterland tegenwoordig een vergunning nodig van de gemeente. Althans, voor de zogenoemde ’veeggebieden’. Dat zijn de gebieden die worden beheerd en onderhouden door de plaatselijke ijsverenigingen. Zij houden die gebieden bijvoorbeeld sneeuwvrij. Buiten de veeggebieden mag iedereen zonder vergunning of toestemming koek en zopie aanbieden.

Voor de veeggebieden stelt de de gemeente in totaal zeventien vergunningen beschikbaar: voor Broek in Waterland en Zuiderwoude zijn er elk vijf, voor Monnickendam, Marken en Ilpendam elk twee en voor Watergang één. Begin december riep de gemeente belangstellenden op om voor de tiende van die maand een vergunning aan te vragen. De verwachting was dat er meer aanvragen zouden binnenkomen dan er vergunningen beschikbaar zijn, waarna uiteindelijk door loting zou worden bepaald wie een vergunning krijgt. Wie eenmaal een vergunning heeft, moet daarnaast nog met de betreffende ijsclub in overleg over de exacte standplaats. Voor zo’n standplaats tijdens officiële schaatstochten mag de ijsclub maximaal vijftig euro in rekening brengen.

De verwachting van de gemeente is tot dusver niet uitgekomen. Op dit moment zijn er nog geen aanvragen ingediend voor Marken en Ilpendam, zijn er voor Zuiderwoude nog steeds drie vergunningen beschikbaar en voor Broek in Waterland nog één.

Om die reden is de termijn waarbinnen vergunningen moeten worden aangevraagd verlengd tot 14 januari. Als er voor die datum toch nog meer aanvragen binnenkomen dan het aantal beschikbare vergunningen, dan vindt er alsnog een loting plaats.