Officier justitie: ’Te hoge snelheid was oorzaak van dodelijk ongeval Wieringerwerf’
Was de dodelijke aanrijding met een 51-jarige scooterbestuurder te wijten aan automobilist C. van S. (58) uit Wieringerwerf? Of was het een noodlottige samenloop van omstandigheden waarbij beide weggebruikers elkaar niet of te laat hadden opgemerkt?
De eerste opvatting huldigde officier van justitie S. Heij. Zij eiste een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van een jaar.
Advocaat E. Boskma daarentegen bepleitte vrijspraak van zijn cliënt.
Van S. had de linksafslaande bromfietser op 5 juli 2016 op de kruising van het Wagenpad en de Medemblikkerweg bij Wieringerwerf van achteren aangereden.
De scooterbestuurder had de auto voorrang moeten verlenen. Volgens de officier van justitie was Van S. met een hogere snelheid op de kruising afgereden dan verantwoord was. Mogelijk had de bromfietser gedacht dat hij nog wel voorlangs de auto kon rijden.
Uit de verkeersongevalanalyse bleek dat de automobilist circa 78 km per uur had gereden. Bij de berekeningen waren gegevens van de airbagsmodule gebruikt. Dat onderzoek had tijd gekost, omdat het in Korea moest plaatsvinden.
Van S. gaf toe dat hij sneller had gereden dan gebruikelijk. Hij wist namelijk dat het om een gevaarlijke kruising ging, waarbij hij voorrang moest verlenen aan snelverkeer op de Medemblikkerweg.
Advocaat E. Boskma veronderstelde dat de bromfietser en de automobilist elkaar niet hadden gezien. Daarbij achtte de raadsman het niet uitgesloten dat de bromfiets te snel had gereden.
Hij zou dan op het laatste moment bij het zien van de auto zijn stuur hebben omgegooid, waarna hij van achteren door de auto werd geraakt.
De rechtbank in Alkmaar doet op 28 juni uitspraak.