Grote schade Nederlandse tulpenbollen
Arjan Smit demonstreert, knielend in een bed tulpen, steeltjes van tulpenplanten die finaal bevroren zijn en waar je dus niets meer aan hebt.© Foto HMC
Zeker vijf tot tien procent van het Nederlandse areaal tulpenbollen kampt met ernstige schade door de vorst.
,,Het probleem speelt in de tulpen, niet of nauwelijks in andere bolgewassen’’, aldus adjunct-directeur André Hoogendijk van de Koninklijke Algemeene Vereniging voor Bloembollencultuur (KAVB) in Hillegom.
Hoogendijk wijt de schade aan ’een optelsom van omstandigheden’. ,,Tijdens het planten viel er extreem veel regen, daarna volgde een natte winter en toen de vorst toesloeg, stonden de eerste tulpen al boven de grond.’’
Normaal gesproken zijn tulpen volgens hem goed bestand tegen kou. ,,De problemen ontstaan als het eerst warm wordt, dan ’denken’ de bollen dat het lente wordt. Toen die vorst volgde, werden de bollen verrast, dat deed ze de das om.’’
In Nederland staat momenteel 12.670 hectare tulpen. Hoe groot het opbrengstverlies in totaal is, moet straks blijken tijdens het oogsten. Dan ook valt pas te zeggen hoe omvangrijk de financiële schade is.
Hoogendijk signaleert grote verschillen per regio en ook per soort. Zelfs tussen partijen per soort. ,,Maar het probleem speelt in het hele land, met meer problemen in het binnenland dan aan de kust. Daarom zien we meer schade in West-Friesland en Flevoland dan in het Noordelijk Zandgebied en Kennemerland.’’
Russische Beer
Een van de gedupeerde telers is bollenkweker Arjan Smit in Spierdijk, initiatiefnemer van de Nationale Tulpendag op de Dam in Amsterdam. Hij heeft vooral veel schade in de soort Purple Prince en aanverwante soorten. ,,Die combinatie van eerst regen, de zachte winter en die Russische Beer is funest geweest. Vooral die tweede koudekolf heeft rampzalig uitgepakt. Veel tulpen waren al uit hun ruststand gekropen en stonden vol water. Die extreme vorst trok dwars door de planten heen.’’ Smit deed nog een vergeefse poging de oogst veilig te stellen met stro. ,,De bodem was keihard bevroren en alles waait naar de buren, dus dat werkt niet.’’
De ramp die zich ondergronds voltrekt, staat in schril contrast met de zonovergoten bloemenpracht in de velden. Dat realiseert Smit zich maar al te goed. Maar op zijn bedrijf aan de Verlaatsweg in Spierdijk is de schade goed zichtbaar. ,,Ik heb enkele bollen bij wijze van proef gerooid en die beloven weinig goeds.’’