Stormloop op nieuwe prenatale Down-test

Laura Heerlien
Leiden

Sinds de bloedtest NIPT op 1 april beschikbaar is gekomen, kiezen veel meer vrouwen voor een prenatale screening op het syndroom van Down. Gynaecoloog in opleiding in het Leids Universitair Medisch Centrum, Joanne Verweij, die promoveerde op het onderwerp, ziet al twee keer zoveel zwangeren op haar spreekuur. ,,Maar dit betekent niet dat er nu ook evenredig veel zwangerschappen worden afgebroken.’’

Als een flinke stap voorwaarts, zo ziet Verweij de in gebruikname van de zogeheten NIPT-test. ,,Een test die voor een vrouw niet meer inhoudt dan de afname van een buisje bloed. Heel wat anders dus, dan een vruchtwaterpunctie of vlokkentest die de kans op een miskraam verhoogt.’’

Het syndroom van Down is de meest voorkomende chromosoomafwijking bij levend geboren kinderen. In de eerste drie maanden van hun zwangerschap kunnen vrouwen een combinatietest laten doen: de kans op het downsyndroom wordt dan berekend met een echo, de leeftijd van de moeder en twee bloedwaarden.

Bij een kans hoger dan 1 op 200 krijgt de zwangere vervolgonderzoek aangeboden. Tot voor kort was hierbij de keus beperkt tot een vlokkentest of vruchtwaterpunctie. ,,Nu de veiliger bloedtest beschikbaar is zie je een enorme toeloop van vrouwen die zich willen laten testen. En dat is positief nieuws, want keuzevrijheid is een groot goed.’’

Meer nieuws uit frontpage

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.