Helft woningen op verkeerde plek gebouwd
In Nederland zijn de afgelopen decennia veel nieuwe woningen op de verkeerde plek gebouwd. Terwijl er in steden als Amsterdam, Leiden, Hilversum en Haarlem juist te weinig huizen zijn bijgekomen. Dat betogen vier vooraanstaande economen in hun boek ’Groei & krimp’.
„Alleen de happy few kan het zich permitteren op de plek te wonen waar ze willen wonen. De rest heeft pech”, zegt Gerard Marlet, directeur van het onderzoeksbureau Atlas voor gemeenten. Hij heeft samen met collega-economen Wouter Vermeulen, Coen Teulings en Henri de Groot de ontwikkeling van steden in Nederland in kaart gebracht.
Markt
Hij stelt dat Nederlanders ’onrecht’ is aangedaan door de planning van nieuwbouwwijken in de jaren zeventig, tachtig en negentig. Het gevolg is volgens hem dat veel mensen nu niet wonen waar ze willen wonen. „Als de markt zijn werk had gedaan, was Almere een dorp van de omvang van Zeewolde geweest. En dan hadden veel mensen die nu in Almere wonen, in Amsterdam gewoond en meer kans op een baan gehad.”
Amsterdam had qua inwonertal zeker boven de miljoen (nu circa 820.000, red) gezeten als er gebouwd was op de plek waar de mensen wilden wonen, zegt Marlet. Leiden, Haarlem en Hilversum zouden veel meer inwoners hebben gehad. „We wilden het Groene Hart beschermen, maar dat is te rigoureus gedaan. In plaats van dat die steden wat meer konden uitdijen, is gekozen voor New Towns zoals Almere.”
Vinex-wijken
Voor slechts de helft van de nieuwbouwwoningen jonger dan twintig jaar geldt dat ze op de juiste plek en het juiste moment zijn gebouwd, zo stellen de onderzoekers. Zij geven aan dat er woningen moeten komen op de meest aantrekkelijke plekken, waar het verschil tussen de waarde van opstal en de bouwkosten het hoogst is. „Vinex-wijken bevinden zich doorgaans op verkeerde plekken. Bovendien zijn er veel te veel huizen neergezet. Wel kun je zeggen dat daar, vooral in de jaren negentig, goed is gebouwd.”
Voorzieningen
De ontwikkeling van steden op de lange termijn is moeilijk te voorspellen. Zo was Leiden anderhalve eeuw geleden één van de belangrijkste steden, maar staat die stad qua omvang nu op plaats 22. Enkhuizen was ooit de vijfde stad van Nederland. Terwijl Eindhoven tachtig jaar terug nauwelijks bestond.
Op middellange termijn is volgens Marlet wel te voorspellen welke steden gaan groeien. „Je moet dan denken aan plekken waar veel werk is en waar de voorzieningen goed zijn. Volgens hem heeft de crisis ertoe geleid dat er de laatste jaren veel beter wordt gekeken wat de juiste plekken zijn om te bouwen.