Politierechter Van der Perk vond dat de zaak meer geschikt was geweest voor mediation. Toch verklaarde hij de verdachte schuldig aan het huiselijk geweld, maar hij legde hem geen straf op. De officier van justitie had 40 uur werkstraf geëist tegen de man.

Het slachtoffer, die al jarenlang kampt met forse psychische problemen, deed aanvankelijk aangifte tegen haar vriend. Later wilde ze die intrekken. Tijdens de zitting zei de vrouw dat ze was gevallen toen ze haar medicijnen probeerde te pakken en niet meer precies weet wat er was gebeurd.

De politierechter en de officier van justitie geloofden deze versie van het verhaal niet. Na het incident had de vrouw flink gebloed en was ze opgehaald met de ambulance. Tegen een ambulancemedewerkster zei ze dat ze ruzie had gehad met haar vriend. Die had haar op haar neus geslagen, waardoor ze tegen de deurpost was gevallen. Daarna was ze in paniek over een balkonhekje gesprongen. Ook zei ze dat ze vaker was mishandeld, maar geen aangifte tegen haar vriend durfde te doen.

De politie zag dat de vrouw een snee had in haar hoofd, omdat ze tegen iets hoekigs was aangevallen. ,,Het letsel wijst op wat ze in eerste instantie heeft verklaard’’, vond de politierechter. De verdachte zelf vertelde dat hij zijn vriendin een duwtje had gegeven, dat ze viel en daarna bloedde. Hij ontkende dat hij haar had mishandeld, maar zei dat hij in paniek had gehandeld omdat zijn vriendin psychisch de weg kwijt was en de emoties hoog opliepen.

,,Hier is sprake van heel bijzondere omstandigheden’’, vond de politierechter. ,,Ik kan me voorstellen dat je in de stressvolle situatie van meneer niet altijd rustig kunt blijven. U heeft haar niet mishandeld zoals we vaker zien bij huiselijk geweld, maar gehandeld in een panieksituatie.’’ De rechter zei te hopen dat de man in het vervolg wel zijn rust kan bewaren. ,,Dan moet u de regie nemen.’’