Nadampen
Het blijft een taboe: paarden in de stad. En dan met name die enorme hompen die zo soepel vanonder hun elegant opgestoken staarten op het plaveisel ploffen. En daar blijven nadampen. Terwijl jij, hondenbezitter, even verderop de sanitaire sporen van je blije viervoeter gehandschoend opschraapt.
Recent op de fiets weer zo'n verse mesthomp doorkliefd. Klodders tot op de voorlamp. Met hier en daar een stukje stro.
Eigenlijk bizar: een paar staafjes hondenmest moeten wettelijk direct opgeruimd worden op straffe van een fikse boete, maar een bolus met een veelvoud aan volume mag straffeloos blijven roken op het wegdek.
Daar zijn volgens kenners verzachtende omstandigheden voor aan te voeren. Zo kijken paardenmeisjes meestal vooruit, neusjes hautain omhoog, waardoor ze de uitlaat van hun voertuig niet zien of ruiken. Bovendien schijnt paardenpoep door vogels gezien te worden als een snelle snack vanwege de vegetarische inhoud, in tegenstelling tot de hondenhoopjes vol slachtafval. Als passant heb je daar geen boodschap aan. Dan wil je maar één ding: die bolus oppakken, het kakkineuze paardenmeisje inhalen en hem dan bij haar in de handen drukken. ,,Pardon, u heeft wat verloren.''
Paardenmeisjes weten dat. Daarom zijn ze altijd ver weg als die gedachte bij je opkomt.