,,Het geluk met geschiedenis is dat je het meeste al wel weet, je moet het tijdens het examen alleen zien te herhalen.’’

Alle tijdvakken kwamen wel zo’n beetje aan bod: de prehistorie, Grieken en Romeinen, de Tachtigjare Oorlog, de Verlichting, Eerste en Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. Het enige stampwerk was volgens Quirijn dat je 49 zinnen met ’kenmerkende aspecten’ uit je hoofd moest leren en die tijdens het examen aan bepaalde historische gebeurtenissen moest linken. ,,Dat is er dus een beetje bij ingeschoten. Het ging dan ook om begrippen als ’pluriform’ en ’hegemonie’, geen woorden die normale mensen dagelijks gebruiken. Ik tenminste niet. Niet écht handig om die in zinnen te stoppen die je moet onthouden’’, vindt Quirijn.

Ze moesten onder meer toegepast worden op een vraag over David Bowie en zijn eerste hit ’Space Oddity’, die negen dagen voor de eerste maanlanding in 1969 werd uitgebracht. ,,Ik heb ingevuld dat de wereld op dat moment is verdeeld in twee ideologieën, omdat de Amerikanen de maanrace van de Russen hadden gewonnen. En dat de felgele kleding, regenboog make-up en oranje haar van Bowie het ontstaan van de multiculturele samenleving betekenden.’’

Maar of dat ook goed is? ,,Ach, als je helemaal niks opschrijft, dan is het sowieso altijd fout. Ik denk wel dat ik een voldoende haal voor dit examen.’’

Echt nodig heeft hij het vak geschiedenis niet voor zijn vervolgstudie: software engineering aan de Hogeschool van Amsterdam. ,,Computers hebben mijn interesse. En het feit dat je er bijna altijd een baan mee krijgt, is natuurlijk ook wel heel fijn.’’