De Drilsma’s woonden op de zolder van Noorderhoofdstraat 70, waar op de begane grond een kapsalon zat. Zij moesten zich in Amsterdam melden maar doken onder. Burgemeester Jongsma van Krommenie, een fanatiek jodenjager, kreeg er lucht van dat de Bleekers onderduikers hadden en liet de Drilsma’s ophalen. Daarbij is ook Willem Bleeker gearresteerd. Hij is naar kamp Vught gebracht. Fien Drilsma had Krommenie toen al verlaten. De zolder van de Bleekers was te klein voor het hele gezin en een ander adres in Krommenie liep te veel in de gaten. Fien kwam terecht bij politieman Leo van der Hoorn in Beverwijk. Ook daar kwam door toedoen van Jongsma een inval. De Drilsma’s zijn alledrie vermoord, Fien was toen zes en was bovendien gescheiden van haar ouders.

De geschiedenis van de Drilsma’s en het verraad dat tot hun dood leidde is onderzocht door Carlien van Eykelen, kleindochter van politieman Van der Hoorn. Haar onderzoek vormde de basis onder de onderscheiding die Van der Hoorn en de Bleekers krijgen.

Willem Bleeker overleefde de oorlog, maar werd niet oud. In 1967 overleed hij, 55 jaar oud. Aaltje Bleeker-Loon overleed in 1995. Zij liggen samen begraven in Zaandijk.