Ronkende karts in de bollenschuur
Op topsnelheid door de bollenschuur.© Foto Henk de Weerd
Op de eerder gehouden gemeenschapsveiling werd enthousiast geboden op het kartevenement bij Haakman Flowerbulbs en Automated4U aan de Molenweg. Acht teams trokken op Pinksterzaterdag ten strijde tegen elkaar.
Vorig jaar bouwden de twee bedrijven een escape room voor het goede doel, dit jaar werd het een kartparcours van bijna één kilometer lang. En dat allemaal voor het goede doel: het gemeenschapsleven - kerk en verenigingen - in het dorp. De acht ’kavels’, elk voor twee personen, waren zó onder de hamer vandaan. Het leverde ruim 7.400 euro op.
Een week lang bouwden vele vrijwilligers de baan op in de lege bollenschuren van Haakman. Met kuubskisten als afscheiding en pionnen en autobanden als hindernissen. Acht karts inclusief helmen werden gehuurd. Tot slot werd de baan uitvoerig getest door twee professionele karters uit het naburige Andijk, die spontaan aanboden om te helpen.
Gespannen
Afgelopen zaterdag was het zover: de zestien deelnemers waren best gespannen, aldus Monica Glim - partner van Bart Glim van de organisatie. In de ochtend kregen ze uitleg over het karten, daarna volgde de lunch en om 12.30 uur gingen ze de baan op.
„In het eerste parcours leerden ze het rijden wat beter onder de knie krijgen, het tweede parcours was een behendigheidstest en tot slot gingen ze individueel én als team op tijd de gehele baan rijden.” Het publiek, van jong tot oud, genoot van het spektakel.
Om 17.15 uur volgde de prijsuitreiking. Het winnende team - Klaas Schouten en Alle Neefjes van FC De Binnenbocht - mocht plaats nemen in de nagebouwde formule 1 wagen: de Max Verstappen Trofee.
Neefjes was ook individueel de beste karter. Rens Verschoor won de prijs voor meest galante rijder en de meest originele teamnamen waren De Burnin’ Rubberboys en Ayrton Senne, de laatste omdat de zoon van organisator Edwin Hauwert Senne heet.
Hierna was het tijd voor feest. Hauwert: „Het is een aaneenschakeling van hoogtepunten geweest. Ik geniet zeker nog drie weken na. Het is zóveel werk geweest, dat we dachten dat we dit maar één keer zouden doen. Maar na het tweede biertje riepen we al: volgend jaar weer.”