Foto’s

Er was een tijd dat ik redelijk bekend was in dit land. Nee, ik geef mezelf te veel eer. Niet ík was bekend, maar mijn snuit. Men kende mijn naam niet, maar wel het geluid van mijn stem en mijn gezicht. Het was in de tijd dat Nederland twee netten had en als wij met een aardig kinderprogramma op het ene net waren, vertoonde de NCRV een kerkkoor op het andere. Alsof je met een hittegolf de enige ijscowinkel in de stad bent.

In die tijd dus en ook nog wel in de jaren erna wilden aardig wat mensen met mij op de foto. Dat waren doorgaans ouders die lieve kinderen hadden maar slechte fototoestellen. Dus er was altijd gelazer. De lichtinval was niet goed of de achtergrond niet. Of ik stond tegen de zon in of juist met de zon mee, dat weet ik niet meer.

Vaak wilde de fotograaf eigenlijk zelf op de foto staan. Dus moest zijn vrouw fotograferen of een toevallige passant werd staande gehouden: „Het knopje rechts boven meneer, het is heel eenvoudig, misschien kunt u iets dichterbij komen, nog iets dichter, nee nee het andere knopje.”

Gelazer. Niet zelden moest dan nog een tweede foto genomen worden, nu met de kinderen of ’voor de zekerheid’. Allemaal niet rampzalig maar tijdrovend. Al hield die kermis gelukkig op als ik Wuustwezel was gepasseerd.

De afgelopen weken is Cruijff op vele manieren herdacht. De Amsterdamse krant Het Parool deed een oproep om speciale herinneringen aan de grootmeester met de lezers te delen. Dat gaf pagina’s vol met mensen die een foto ingestuurd hadden waar ze met Johan op stonden. Inclusief het verhaal over die keer dat ze Cruijff waren tegengekomen op de Albert Cuyp markt, in Barcelona of waar ook ter wereld. Er moeten overal in Nederland plakboeken zijn waarin de foto van vader, neef of tante met nummer veertien het pronkstuk is.

Volgens mijn moeder, trouw ziekenbezoekster, moet een mens zich aan de hemelpoort op tenminste één ding kunnen beroemen waardoor hem de toegang tot het hiernamaals niet ontzegd kan worden. Talent telt niet, want dat heb je meegekregen van de Heer zelf. Dus met zijn voetbalkunsten kan Cruijff niet aankomen. Ook had hij na zijn voetbalcarrière vaak bonje met brave bestuurders of goedwillende jeugdtrainers. Wat misschien daarboven ook niet in zijn voordeel pleit.

Maar wel kan hij wijzen op een stapel foto’s hoog als de Eiffeltoren waarop hij steeds weer geduldig overal ter wereld in de lens kijkt samen met volstrekt onbekenden. Onbekenden met fototoestellen met het knopje rechts boven, nee dat ander knopje en kunt u nog even iets meer in het licht gaan staan meneer Cruijff. Iets dichterbij graag. En nu nog een met oma want die is ook voor Ajax.

En daarom is hij is in de hemel nu. Samen met mijn moeder.

Meer nieuws uit frontpage

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.