De schedel werd in april door de Helderse kotter HD4 opgevist. Via sociale media dienden zich allerlei gegadigden aan, maar schipper Raymond van de Werf besloot dat de schedel een plekje verdiende in Fort Kijkduin.

Het is de schedel van een volwassen dwergvinvis, vermoedelijk van zo’n negen meter lengte. Dwergvinvissen behoren tot de baleinwalvissen en komen voor in alle oceanen, maar ook in de Noordzee. Ze zijn niet echt een bedreigde diersoort, maar lopen wel het risico dat te worden. IJsland, Noorwegen en Japan jagen nog op walvissen.

De schedel heeft een aantal weken in zoet water gelegen, zodat vuil en zout er uit kon lopen. Na het drogen kreeg de vindst een plekje in de walviszaal van Fort Kijkduin, naast het skelet van ’Chris de Potvis’.

Bezoekers aan het fort, dat dagelijks van tien tot vijf uur open is, kunnen deze zomer in Kijkduin terecht voor rondleidingen, vissen aaien en het voeren van haaien en roggen. Zaterdag 9 september doet het fort mee aan het landelijk Fortenfestival met workshops, film, muziek en theater.