VN: dodental Syrië naar 191.000
De burgeroorlog in Syrië heeft sinds het begin in maart 2011 tot april jongstleden aan meer dan 191 duizend mensen het leven gekost. Dat hebben de Verenigde Naties vrijdag gezegd. Het is het eerste dodental dat door het mensenrechtenkantoor van de VN is gepubliceerd sinds juli 2013, toen de grens van honderdduizend doden werd overschreden.
Het nieuwe dodental is zoveel hoger, doordat ook cijfers zijn meegenomen van nieuwe, aanvullende dodentallen uit de eerdere periode. Ook is het zo dat er de laatste tijd veel doden zijn gevallen bij aanvallen van de Islamitische Staat (IS) op door het Westen gesteunde rebellen en Koerdische strijders, peshmerga, in het noorden van het land. Het precieze aantal getelde doden bedraagt 191.369, zei VN-mensenrechtencommissaris Navi Pillay.
"Zoals in het rapport wordt uitgelegd, is dit helaas waarschijnlijk een onderschatting van het werkelijke aantal mensen dat in de eerste drie jaar van dit moordende conflict om het leven is gekomen", aldus Pillay.
Van de slachtoffers is 85 procent man en ruim negen procent vrouw. Van de overige slachtoffers is de sekse niet bekend. Onder de doden bevinden zich zeker 8800 kinderen, maar van de meeste slachtoffers is de leeftijd niet bekend. De cijfers zijn gebaseerd op informatie van diverse bronnen, waaronder het Syrische Centrum voor Statistiek en Onderzoek en het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.
Pillay uitte kritiek op de ’onmacht’ van de wereld met betrekking tot Syrië. Nu er zoveel andere gewapende conflicten gaande zijn is dat in Syrië van de internationale radar verdwenen, zei ze. Ze doelde daarbij volgens haar woordvoerder vooral op de impasse waarin de VN-Veiligheidsraad verkeert. Rusland, een van de belangrijkste bondgenoten van de Syrische president Bashar Assad, heeft in de Veiligheidsraad vier keer zijn veto uitgesproken over internationale sancties tegen Syrië.