Redt de waterbuffel het Waterlandse veen?
Het veen verdwijnt in Waterland. Boze tongen beweren dat het per jaar een centimeter zakt. Over een eeuw is de helft van de hele veenlaag verdwenen. Maar redding is nabij, denkt GroenLinks in Amsterdam. In de hoedanigheid van de waterbuffel.
Het Waterlandse landschap. Landelijk Noord en het gebied daarboven. Alom geroemd en geprezen. Weiden op veen op steenworp afstand van de grote stad. Karakteristiek, een paradijs voor mens en dier, niet in de laatste plaats voor weidevogels. Het zou een drama zijn als dat verdwijnt, zegt het Amsterdamse gemeenteraadslid Jasper Groen van GroenLinks. Hij komt met een voorstel om het veen te redden van de ondergang met behulp van waterbuffels en moerasgewassen.
„Het veenweidegebied boven Amsterdam is van grote waarde’’, zegt Groen. „Het is niet alleen belangrijk voor de rustzoekende stedeling en de in het gebied wonende landbouwers, maar het heeft ook regionaal en nationaal veel waarde. De eeuwenoude veenpolders hebben een grote cultuurhistorische waarde en behoren tot de beste weidevogelgebieden van Europa. Ondanks pogingen het gebied te beschermen, staat het veen onder grote druk.’’
Belangrijke boosdoener is volgens Groen de intensieve melkveehouderij zoals die nu is. „Veel koeien op strak gemaaid gras. Daar is een lage waterstand voor nodig. Door afschaffing van de melkquota in Europa staat de veehouderij onder druk om nog verdere schaalvergroting door te voeren en blijft een hoger waterpeil onbespreekbaar. Dit is een doodlopende weg: het veen verdwijnt en de natuur blijft achteruit gaan.’’
„Op termijn is het veen alleen te redden door het waterpeil hoger te houden. Dat betekent dat het gebruik van de grond moet worden aangepast aan dat hogere waterpeil.’’
Winstgevender
Volgens Groen hoeft er echter geen sprake te zijn van een keuze tussen intensieve landbouw óf natte natuur. Van landbouw kan ook in de toekomst sprake blijven, maar dan moet het wel anders dan nu. Hij denkt in eerste instantie aan moeraslandbouw. „Dat gaat een stap verder dan agrarisch natuurbeheer. GroenLinks wil van Waterland een lappendeken van natuur en natte landbouw maken. Daarom moet er in het gebied een pilot gestart worden met natte landbouw. Op landbouwgrond met een veel hogere waterstand dan bij de reguliere veehouderij kunnen namelijk allerlei andere producten verbouwd worden, die nog winstgevender zijn dan melkproductie.’’
,,Denk hierbij aan lisdodde, een oer-Hollandse moerasplant en een grondstof voor constructieplaten en isolatiemateriaal. Maar ook veenmos als een duurzame vervanger van de potgrond. Een mogelijke winstgevende toepassing van natte landbouw is ook de teelt van cranberries.”
,,Bij de overstap op moeraslandbouw hoeven we geen afscheid te nemen van de melkveehouderij. Integendeel. Er is nu vooral sprake van melkveehouderij, maar een interessante optie is die van het houden van waterbuffels. Waterbuffels leveren melk die meer voedingsstoffen bevat dan koemelk, het vlees is magerder dan dat van koeien. Daarnaast gedijen ze uitstekend in gematigde streken en in Nederland zijn er al verschillende succesvolle voorbeelden van biologische waterbuffelboerderijen.”
,,Laten we er op inzetten dat in de Amsterdamse supermarkten straks ’Waterlandse buffelmozzarella’ ligt, naast ’grutto-graskaas’ en ’Waterlands Weelde natuurvlees’. De voordelen zijn legio; we redden het veen, helpen de weidevogels, verbeteren de natuurwaarden in Waterland, beperken de CO2-uitstoot en bevorderen het aanbod van biologische streekproducten in Amsterdam.’’
Subsidies
Groen heeft zijn ideeën verwoord in een initiatiefvoorstel dat binnenkort wordt besproken door de Amsterdamse gemeenteraad. De gemeente heeft volgens hem namelijk een belangrijke taak als het gaat om het behoud van het veenweidelandschap. Onderdeel van het voorstel is dat boeren worden gestimuleerd om over te schakelen op andere vormen van akkerbouw en veeteelt in de vorm van flinke subsidies en aantrekkelijke leningen.
,,We moeten niet de illusie hebben dat de boeren in het gebied kunnen overschakelen van de een op de andere dag. Maar als de gemeente de duidelijkheid zou geven dat er in 2030 alleen nog landbouw mogelijk is die verenigbaar is met behoud van het veen en dus een hoog waterpeil, geeft dat duidelijkheid over de toekomst. De ondernemers in het gebied hebben dan vijftien jaar om over te schakelen, en hoeven zich geen zorgen te maken dat ze als pionier in een onzeker gebied als enige de kosten dragen.’’
Het voorstel van Groen heeft in eerste instantie betrekking op het Waterland dat tot Amsterdam behoort, oftewel landelijk Noord. ,,Dat is het gebied waar mijn gemeente iets over te zeggen heeft. Maar het geldt natuurlijk voor heel Waterland. In mijn voorstel benadruk ik ook dat moet worden opgetrokken met andere overheden zoals aangrenzende gemeenten, maar ook maatschappelijke organisaties.’’