Lachen

Ron Amesz

Je zou denken dat er weinig te lachen valt voor iemand die in zijn eentje van Zwaag naar Santiago de Compostela wandelt. Dat valt mee. Allereerst zijn er de dagelijkse sms'jes waarin ik op de meest merkwaardige manieren word aangesproken. Wat te denken van Bourgondisch loopmirakel (is dat omdat ik vaak over eten sms?) of halfbakken pelgrim (omdat ik heb toegegeven dat ik één kilometer heb afgesneden?).

Dan zijn er de reacties van de mensen onderweg. Zij vragen altijd naar de bekende weg: 'Waar ga je naar toe?' Mijn antwoord: 'Ik ga naar Santiago,' brengt zonder uitzondering het gewenste schrikeffect teweeg, zodat ik weer kan lachen.De laatste dagen heb ik het idee dat ik word uitgelachen. Vanuit de verte klinkt geregeld een kakelend, ja, beslist een lachend, zelfs irritant geluid: Klukluklu. Waar ik ook kijk, de dader krijg ik nooit te zien. Het is gewoon vals. In Schin op Geul lach ik drie dagen lang, want daar word ik herenigd met mijn ouders, mijn dochter Ingrid en mijn vriendin Annie. We praten, eten, kaarten en lachen. Er moet ook gewandeld worden. Dan hoor ik weer dat hatelijke lachje. 'Dat is de groene specht,' zegt mijn vader verheugd.Is het nu niet of juist wel erg om door een specht in de maling te zijn genomen?

Jolanda Stammes uit Zwaag wandelt naar Santagio de Compostela en doet verslag van haar tocht.

Meer nieuws uit NHD

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.