’Hoi mam en pap, daar ben ik weer’

Rens Koldenhof
Velserbroek

Terug naar moeders pappot en het zolderkamertje met posters van bandjes die al lang niet meer zo hot zijn. Kinderen die het huis uit zijn gegaan komen steeds vaker terug op het ouderlijk nest. Boemerangkinderen heten ze.

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is het aantal boemerangkinderen de laatste vijf jaar toegenomen. Inmiddels keert een kwart van de kinderen die het huis verlaten binnen vijf jaar terug naar hun ouders. Vijf jaar geleden bleef het percentage terugkerende nestverlaters nog onder de twintig procent. Twintig jaar geleden ontpopte nog maar één op de zes kinderen zich als boemerangkind.

Woningmarkt

De motieven variëren. Geldgebrek, een verbroken liefde, een afgebroken studie. De laatste jaren is ook de ineenstortende woningmarkt in toenemende mate verantwoordelijk voor een tijdelijk verblijf bij pa en moe. Kinderen sparen thuis om de restschuld van hun noodgedwongen verkochte huis dat onder water stond af te betalen. En die kinderen komen ook niet meer alleen. Dochterlief neemt steeds vaker een partner en zelfs kinderen mee naar het ouderlijk huis.

Zoals Maaike Zuidema (28). Ze woonde met man en dochter Saar (’ze is vandaag net twee geworden’) in een startersappartement in IJmuiden. ,,Dat hadden we acht jaar geleden gekocht en vier jaar terug hebben we het te koop gezet. Maar in die vier jaar kregen we maar vier kijkers. Alleen de laatste deed een bod. Lager dan onze hypotheek, want we hadden het vlak voor de crisis gekocht. Toen gingen die appartementjes nog als warme broodjes over de toonbank.’’

De ouders van Maaike boden woonruimte aan in hun huis in Velserbroek. ,,Mijn broertje was net het huis uitgegaan dus er was ruimte. Een slaapkamer voor ons en één voor Saar. De woonkamer delen we met mijn ouders. Intussen kunnen we veel aflossen van de restschuld. We hopen er in achttien maanden van af te zijn.’’

Hoewel ze vooraf bang was terug te vallen in het oude rollenpatroon van vroeger, bleek dat mee te vallen. ,,Dat komt door Saar. Als je zelf moeder bent kun je je moeilijk gaan gedragen als een kind of een puber. Natuurlijk, je bent je eigen gezinsleden even kwijt, maar Saar bepaalt toch voor ons allemaal hoe we ons dagelijks leven inrichten.’’

Geld

Voor ongeveer een kwart van de boemerangkinderen is het stuklopen van de relatie de belangrijkste reden om terug naar huis te gaan, maar economische motieven spelen de laatste jaren een steeds belangrijker rol. Geld is voor 1 op de 5 boemerangkinderen de belangrijkste motivatie om weer naar het ouderlijk huis te gaan. Dat is duidelijk meer dan in eerdere jaren, toen ’opleiding’ vaker als belangrijkste reden werd opgegeven.

Bij Jesper Steenmeijer (21) was het een combinatie van beiden. ,,Ik studeerde Deltamanagement in Vlissingen, maar besloot na mijn propedeuse om te switchen. Nu doe ik civiele techniek aan de Haagse Hogeschool, maar ik wil straks mijn masters doen in Delft. Door thuis te gaan wonen kan ik sparen om dan weer op kamers te gaan wonen.’’

In Vlissingen woonde Jesper anderhalf jaar in een voormalige arbeiderswoning die was ingericht als studentenhuis. Jesper: ,,Met kookgelegenheid per verdieping en veel vrijheid.’’ In het begin was het daarom wel weer even wennen in de woning in Velserbroek waar hij het huis deelt met twee zussen en een broer. ,,Je moeder bemoeit zich weer met wat je doet. Dat was soms wel moeilijk. Dan was ik bij studievrienden die wel op zichzelf wonen en dacht ik ’Shit, eigenlijk wil dat zelf ook’. Maar het positieve is dat ik nu meer tijd heb voor studie en sport, omdat ik me minder om het huishouden hoef te bekommeren.’’

Zijn ouders hadden geen enkel probleem zijn terugkeer. ,,Integendeel. Mijn moeder heeft het juist gestimuleerd. En ik schaam me er ook niet voor. Ik heb er gewoon goed over nagedacht en dit was de beste oplossing.’’

Blijvertjes

Boemerangkinderen zijn meestal geen blijvertjes, maar vooral mannen nemen wel de tijd om hun koffers opnieuw te pakken. Na twee jaar woont bijna helft van hen nog steeds bij hun ouders.

Vrouwen nemen wat sneller het besluit naar huis terug te keren, maar zijn ook weer vlotter vertrokken.

Uiteindelijk gaan verreweg de meeste terugkeerders weer op zichzelf wonen. Maar dat geldt niet voor iedereen. Van de mannen die in 2005 weer introkken bij hun ouders woont bijna 10 procent daar tien jaar later nog steeds. Bij vrouwen is dat nog altijd ruim 5 procent.

Typisch Nederlands

Boemerangkinderen zijn typisch Nederlands. Volgens Jan Laten, hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofddemograaf van het CBS, komt het fenomeen van kinderen, die nadat ze de ouderlijke woning verlaten hebben weer terugkeren naar huis, in de rest van Europa minder vaak voor.

Buiten de landsgrenzen in Europa is wonen bij vader en moeder minder ongewoon als in ons land. Jongeren in Nederland kiezen relatief snel voor een zelfstandig bestaan. Ze worden daarbij geholpen door startersleningen, huursubsidies en verschillende toeslagen. In Italië of Spanje is het niet ongebruikelijk dat kinderen nog tot hun veertigste bij hun ouders inwonen. Wanneer ze dan het huis uit trekken is het meestal wel voorgoed. Boemerangkinderen in mediterrane landen zijn een zeldzaamheid.

Ritueel

Latten wijt de toename van het aantal boemerangkinderen aan twee ontwikkelingen. ,,Er is een langdurige trend waarbij kinderen op een andere manier uit huis gaan dan vijftien jaar geleden. Het vaste ritueel toen was vaker samenwonen of trouwen, nu gaan kinderen eerst alleen zelfstandig wonen.’’ Daarnaast is de invloed van de flexibele economie voelbaar. ,,Er zijn meer tijdelijke banen en relaties veranderen ook sneller. Het maakt nogal wat uit of je alleen of met z’n tweeën voor de huur moet opdraaien.’’

Latten verwacht niet dat de stijgende trend in het aantal terugkerende nestverlaters de komende jaren snel zal ombuigen. ,,De langdurige trend van veranderende rituelen bij het uit huis gaan zie ik niet zomaar veranderen en de economie blijft ook flexibel. De hele samenleving wordt onzekerder, het zou daarom best kunnen dat we Italië achteraan gaan met steeds oudere kinderen die, na een studie of een verbroken relatie, tot op hogere leeftijd thuis wonen. Kinderen van achterin de twintig die nog thuis wonen zijn al geen uitzondering meer.’’

Ongunstig

Een terugkeer naar het ouderlijk nest mag dan vaak door economische motieven worden ingegeven, of het ook echt voordelig is valt te bezien. Uitkeringen en toeslagen worden steeds vaker per huishouden berekend. Op die manier kan de bezuiniging voor een boemerangkind tot verhoogde lasten leiden voor de ouders.

Meer nieuws uit frontpage

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.