'Leven' van 800 euro per maand, nu naar de Voedselbank
De dagen van Robert (44) zijn in een halfjaar veranderd van een geregeld leven en een baan, naar thuiszitten met een bijstandsuitkering, ontoereikend voor de eerste levensbehoeften. Robert kon afgelopen vrijdag voor het eerst een levensmiddelenpakket ophalen bij de Voedselbank Zaanstreek. ,,Daarvoor deed ik eens in de week inkopen, samen met mijn moeder. Echt vreselijk als je moeder jouw boodschappen moet betalen.’’
Robert is een van de laatst bijgekomen cliënten van de Voedselbank Zaanstreek. Hij moet rondkomen van een bijstandsuitkering van 800 euro. Honderd euro minder dan een alleenstaandenuitkering, omdat hij eerder een te hoge uitkering kreeg. Zijn verhaal is een verhaal dat de vrijwilligers van de intake van de Voedselbank vaker horen: Vaste baan, ontslagen, eigen bedrijf of zzp’er, geen werk en vervolgens de bijstand. En: je doet er niets aan, het overvalt je.
Robert, een grote, sterke vent, opmerkzaam en relativerend, onder de gegeven omstandigheden zelfs opgewekt. Hij werkte dertien jaar bij een elektrotechnisch bedrijf in Amsterdam. Ooit opgeleid als constructiebankwerker en daar begonnen als monteur. Hij kon zich binnen het bedrijf verbeteren als planner-werkvoorbereider. Tot het bedrijf eind 2011 failliet ging. ,,Ik had wel een plan-B, want het liep al een tijdje niet goed. Ik zou voor mijzelf gaan beginnen. Sommigen noemen dat een foute beslissing, zeggen dat ik beter in de WW had kunnen blijven. Had ik drie jaar de tijd gehad om een andere baan te vinden. Maar zo ben ik niet en het eigen bedrijf liep al direct heel behoorlijk, met een collega als partner erbij zelfs nog beter. 2012 was een goed jaar. Soms hadden we wel drie of vier zzp’ers aan het werk. Al duurde het wel steeds langer voordat betalingen binnenkwamen. De problemen begonnen in het voorjaar van 2013 toen een opdracht uit de hand liep en we meer kosten moesten maken dan we maanden later betaald kregen. Mijn compagnon gaf er de brui aan en in juli moesten wij faillissement aanvragen. Mijn vrouw - we waren pas getrouwd - werkte parttime en ik kreeg een aanvullende bijstandsuitkering.’’
Spaargeld
Terugkijkend ging het daar al mis, filosofeert Robert. ,,We gaven gewoon meer geld uit dan er binnenkwam. Ik maakte daar wel opmerkingen over, maar dat leidde alleen maar tot ruzie. Ik was een ’ouwe zeur’ geworden, zei ze. Wat wij te kort kwamen werd aangevuld uit ons spaargeld. Maar na zes maanden was dat ’op’.’’
Gelukkig voor het stel kon Robert december 2013 toch weer aan het werk; werkvoorbereider via een detacheringsbureau. Maar de start werd overschaduwd door twee medische ingrepen. ,,Dat was te overzien, maar toen mijn vrouw plotsklaps het huis verliet om de relatie te overdenken, zat ik er wel doorheen. Ik heb nog twee maanden doorgewerkt, maar toen werd het contract beëindigd.’’
Zo kwam Robert dit voorjaar opnieuw in de bijstand; 800 euro per maand netto. ,,Dat was niet alleen veel minder dan verwacht, het duurde ook ruim drie maanden voor de eerste betaling kwam. Om de rekeningen te kunnen betalen heb ik schulden gemaakt en er kwam ook nog een restschuld bij uit mijn scheiding. Je denkt eerst, dat loop ik wel in als ik een nieuwe baan heb, maar als die baan uitblijft, lopen de schulden alleen maar verder op. Ik denk 20.000 euro aan familie en vrienden, 10.000 euro uit mijn huwelijk. Om mijn leven op orde te krijgen kom ik nu 700 euro per maand te kort. Daarvoor moet ik weer een betaalde baan hebben.’’
Geen kant op
De Zaandammer houdt na betalen van vaste lasten geen geld meer over voor eten en drinken. Robert laat zijn huishoudboekje zien. Netto hypotheek 350 euro, erfpacht 200, gas en elektriciteit 180 euro (’heb ik lager gezet’). Er blijft niet eens genoeg geld over voor de ziektekostenverzekering, laat staan voor levensmiddelen. ,,Je kunt geen kant op. Het huis is gekocht vlak voor de crisis. Verkopen kost geld en levert niets op. Voor de hoogte van de maandelijkse hypotheek krijg ik geen andere woning. Alles van enige waarde dat ik niet strikt nodig heb, heb ik al verkocht. Het is gewoon op.’’
Het kostte Robert aanvankelijk wel moeite om een beroep te doen op de Voedselbank. ,,Mijn moeder zei: ’geeft niet, dan kopen wij samen eten voor je’. Heel lief, maar dat wil je helemaal niet. Vrijdag mijn eerste levensmiddelenpakket opgehaald. Met enige aarzeling, maar iedereen is aardig en voorkomend. Het voedselpakket is meer dan welkom. Heel blij mee.’’
Op zijn eigen verzoek is de achternaam van Robert achterwege gelaten. Een werkgever die in contact wil komen met Robert voor een baan kan de redactie bellen tijdens kantoortijden op nummer, 075-6813543.