Kiev: Museum maakte kunstschandaal erger
Volgens de Oekraïense minister van buitenlandse zaken Pavlov Klimkin heeft het Westfries Museum het politieonderzoek in Kiev naar de 24 verduisterde doeken en de helers die de roofkunst nu in handen hebben geschaad.
Volgens Klimkin ging het museum ’ongecontroleerd te werk door eigenmachtig te onderhandelen met Joost mag weten wie’. De Oekraïeners zijn op hun tenen getrapt omdat niet meteen de plaatselijke opsporingsautoriteiten bij de affaire zijn betrokken.
Ook zit het Kiev dwars dat het museum het politieke schandaal maandagmorgen onthulde. De Oekraïense bewindsman noemt dat ’zwart maken van Oekraïne’ en zei te hopen dat de zaak ’niet de resultaten van het Nederlandse raadgevend referendum over het associatieverdrag tussen Oekraïne en de EU beïnvloedt’.
Bewust
De Hoornse burgemeester Yvonne van Mastrigt heeft geen boodschap aan de verwijten. ,,Al die kritiek werpen we verre van ons.”
Zij benadrukt dat in overleg met politie en justitie in ons land bewust eerst een gesprek is aangegaan met leider Borys Humeniuk van de ultranationalistische militie OUN. Deze had de Nederlandse ambassade in Kiev in juli laten weten de zeventiende eeuwse Hollandse meesters in oorlogsgebied te hebben buitgemaakt en aan het museum te willen terug geven. Het museum liet de ingeschakelde roofkunstexpert Arthur Brand eerst met Humeniuk praten.
In het achterhoofd had de gemeente Hoorn onder meer het debacle rond de roofkunst uit de Rotterdamse Kunsthal. In die zaak wist de Roemeense politie de daders weliswaar snel op te pakken, maar zijn de gestolen doeken in een open haard tot as verstookt.
,,Wij vonden de schilderijen belangrijker dan de personen die ze op dat moment in handen hadden”, zegt museumdirecteur Ad Geerdink. ,,Je kunt de daders wel aanhouden, daarmee heb je je collectie nog niet terug.”
Extreemrechts
De onderhandelingen met Humeniuk, begin augustus, liepen spaak. De militieleider wilde vijf miljoen dollar, het museum bood alleen een onkostenvergoeding. Daarna werd niets meer van Humeniuk vernomen. Wel ontdekten de Nederlandse roofkunstexperts dat Oekraïense extreemrechtse politici en leden van de geheime dienst bij het schandaal betrokken zijn.
Een maand later lichtte minister Koenders van buitenlandse zaken zijn Oekraïense collega in. Maar voor zover bekend heeft de Oekraïense politie de vermeende betrokkenen nooit gehoord. Laat staan dat serieus naar de Nederlandse kunstwerken werd uitgekeken.
Minister Klimkin beloofde daarover beterschap. ”We zijn er volop mee bezig.”