„We weten nog steeds niet van wie die Buk-raket was, van de Russen, de separatisten of de Oekraïners”, zegt Thomas Schansman. Twintig families uitten per brief een noodkreet aan de regeringen van Amerika, Rusland en Oekraïne. Ze vragen meer radar- en satellietinformatie tijdens de aanslag op de Maleisische Boeing 777 op 17 juli 2014, waarbij 298 inzittenden omkwamen – onder wie 193 Nederlanders.

„We hebben alleen van de Russen antwoord gekregen, maar zij ontwijken elke verantwoordelijkheid en wijzen naar de Oekraïne. Van de anderen hebben we niks meer gehoord, ook niet van de Nederlandse minister. We weten niet meer wat waar is en wie er liegt”, aldus Schansman, die zijn zoon verloor.

De antwoorden van de Onderzoeksraad voor Veiligheid op 82 Kamervragen zijn volgens hem nietszeggend. „Het zou me verbazen als er vandaag harde toezeggingen van het kabinet komen. Het is onverteerbaar dat de onderste steen niet boven komt.”

Moord

De twijfels overheersen ook bij Evert van Zijtveld van de stichting Vliegramp MH17, die zijn zoon en dochter kwijtraakte. „Waarom hebben de daders juist deze vlucht uitgekozen om neer te halen? Ze hadden mijn kinderen niet mogen vermoorden. Maar de luchtvaart en autoriteiten hadden hen niet over dat oorlogsgebied moeten laten vliegen.” Alle nabestaanden hebben het volgens Van Zijtveld erg moeilijk. „We willen dat de schuldigen nu snel worden aangewezen, vervolgd en berecht.’’

Silene Fredriksz, wier zoon de aanslag niet overleefde, is het met hem eens dat het allemaal veel te lang duurt. „In feite is er bijna twee jaar na de ramp nog bar weinig duidelijk. Wij worden er moedeloos van. We willen ook van het OM horen welke concrete bewijzen er zijn.” Het OM praat de nabestaanden op 7 maart bij over het strafrechtelijk onderzoek naar MH17.