Hoe krijg ik mijn jongens het huis uit?
Ergens in huis hoor ik een wekker gaan. Het is tien over tien in de ochtend. Eén van mijn zonen moet zo gaan werken, concludeer ik. Want geen haar op hun hoofd om er anders zo vroeg uit te gaan.
Op werkloze dagen wordt geen wekker gezet. Dan is één uur ’s middags wakker worden vroeg genoeg. Ik trek dat vrij lastig. Zij vinden dat ik zeur.
En ik roep dan ’ga op kamers, dan heb je geen moeder die bovenop je zit. Kun je doen wat je wil’. Maar ze gaan niet. Bijna 19 en 21 zijn ze. Vastgeroest aan huis, lijkt het wel.
En het wordt alleen maar erger. Want volgens de jongste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijven jongeren steeds langer thuis wonen. Ze zijn gemiddeld 24,6 jaar als ze het ouderlijk huis verlaten. Dat was in 2006 nog 23,6 jaar.
Zucht. Het is vaak best gezellig met ze hoor, maar onze schema’s matchen gewoon niet meer. Als ik allang op één oor lig, hoor ik ze met vrienden lachen in het tuinhuis. Nog 3,6 jaar dus voordat de oudste vertrekt.
En dan moet je als ouder nog geluk hebben dat het ook echt een definitief vertrek is.
Want uit dezelfde cijfers van het CBS blijkt dat 1 op de 4 vijf jaar na vertrek weer thuis woont. Reden: de relatie is uit of het geld is op. Ik ga mijn jongens maar eens aansporen een zeer loyale en heel rijke vriendin te zoeken.