Onbekend fort Falga verrast
Den Helder blijft verrassen. Duikt er opeens een fort op. Vanuit het niets. Tweehonderd jaar na de - niet voltooide - bouw is fort Du Falga weer in het nieuws. Het boek over de rijke militaire historie van de stad wordt steeds dikker. En interessanter.
Helemaal vergeten is het verdwenen fort Du Falga in de Noordduinen niet. In 1998 kwam het verdedigingswerk uitgebreid in deze krant. Als provinciaal archeoloog wees Gerard Alders toen op het bestaan van Du Falga. Aan de hand van luchtfoto’s concludeerde hij dat het duingebied tussen de strandslagen Duinoord en Falga langs de Zanddijk restanten van het Franse bouwsel verborgen houdt.
Alders drong toen aan op een archeologisch onderzoek. Dat was in 1998. Nu zijn we zestien jaar verder. Met Du Falga is niets gebeurd. De locatie bleef onaangeroerd. De plek is onderdeel van de zogeheten grijze duinen, genoemd naar de tint van de vegetatie.
Tapuiten
In het voorjaar is dit gebied het domein van broedende tapuiten, de trots van de Noordduinen. De zeldzame vogels beseffen niet dat zij nestelen op en nabij een plek die de Franse machthebber twee eeuwen geleden had uitgekozen als ruimte voor een flink aantal kanonnen en mortieren.
Het broedgebied van de tapuiten - en daarmee de plek van fort Du Falga - is verboden terrein. Toegang is niet toegestaan vanwege de hoge natuurwaarden. Deze status bindt ontwikkelingen aan zware voorwaarden. ,,Als er niets gebeurt, komen archeologen niet in actie. Pas bij bouwplannen of andere initiatieven die de bodem verstoren, is er gelegenheid voor archeologisch onderzoek’’, aldus Gerard Alders.
Alders werkt nu als archeoloog voor de Cultuurcompagnie Noord-Holland. Deze provinciale organisatie deed vorige week met haar project ’Expeditie Mooi Noord-Holland’ Den Helder aan. Op deze bijeenkomst herhaalde hij zijn pleidooi van zestien jaar geleden. Nu lijkt hij allerlei ogen te hebben geopend.
Gezamenlijk
De gemeente reageerde enthousiast. Ook duinbeheerder Landschap Noord-Holland wil meewerken aan een archeologisch onderzoek. ,,Het moet dan wel een gezamenlijk project worden’’, benadrukt woordvoerder Do van Dijck.
Fort Du Falga heeft een merkwaardige geschiedenis, zoveel is dan wel bekend. In Franse archieven liggen gedetailleerde tekeningen van het bouwwerk. Onderzoeker Peter Saal van Cultuurcompagnie Noord-Holland heeft ze opgedoken. Het fort is nooit geworden zoals is getekend. Deskundigen verschillen van mening wat er precies is gebouwd. En wat er - onzichtbaar, in de grond - nog van over is.
Bitter weinig, zegt André Koning van de Stichting Stelling Den Helder. Dat stelt ook Jan van Tongeren uit Den Helder. Hij was jarenlang actief voor ’Menno van Coehoorn’. Deze stichting zet zich in voor behoud van historische verdedigingswerken.
Gerard Alders vermoedt juist dat de bodem veel sporen zal prijsgeven. ,,Er worden twee vestingwallen verondersteld, van vier of vijf meter hoogte. Dit zullen zandige wallen zijn geweest. Een tekening geeft tussen de wallen een gebouw aan. Dat kan een versterkte kazerne, munitiemagazijn of toren zijn geweest. Rondom dit gebouw lag waarschijnlijk een droge gracht.’’
Grondradar
Alders: ,,Het stenen gebouw zal bij een archeologisch onderzoek waarschijnlijk het beste zijn terug te vinden. Dat kan via een grondradar of een weerstandsmeting. Veel lastiger zal het worden om iets terug te vinden van de wallen.’’
Jan van Tongeren heeft zich intensief verdiept in fort Du Falga. Hij denkt eerder aan een houten kazerne, vanwege de bescheiden afmetingen van het verdedigingswerk. ,,Van hout zul je niets terugvinden.’’
De Franse overheersers zijn, zo wordt verondersteld, bij de aanleg van Du Falga in 1812/1813 niet verder gekomen dan het zeefront en een kazerne. André Koning: ,,Het was een hopeloze plek, daar kwamen de Fransen snel achter. Op deze locatie heb je heel veel last van verstuiving.’’
Bekend is dat de Fransen het fort lieten springen op 2 december 1813. Het ging waarschijnlijk om de munitie. Daarna is Du Falga niet meer onderhouden.
Archeoloog Alders meent dat de contouren van Du Falga ter plaatse zijn terug te vinden. Volgens André Koning is overeenkomend lijnenspel ’puur toeval’. Reactie van Alders: ,,Ik heb een andere hypothese. Met bodemonderzoek worden we meer wijzer.’’
ED DEKKER