Het programma van het laatste concert is opgehangen aan het thema ‘Amerika Ontdekt’. Een ruim thema dat zich voor meerdere betekenissen leent.

Ruim ook in die zin dat er aandacht is voor muziek uit zowel Noord- als Zuid-Amerika. Pas aan het eind van de negentiende eeuw worden daar de mogelijkheden van een symfonieorkest verkend. Die muziek klinkt zelden in Europa. Het is daarom wel goed eens kennis te maken met eind negentiende-eeuwse componisten als Edward MacDowell (Noord) en Antonio Carlos Gomes (Zuid), ondanks dat hun muziek duidelijk zijn wortels heeft in Europa. Dat het orkest de muziek op het programma zet, kan gezien worden als een pleidooi.

Een pleidooi dat met verve gehouden wordt en waarmee nog eens duidelijk wordt hoe het orkest (ook in omvang) de laatste jaren is gegroeid in kwaliteit. Dat wordt nog duidelijker wanneer het zich waagt aan de overbekende Rhapsody in Blue van Gershwin. Het resultaat mag er zijn. Bewondering krijg men voor de klarinettist die de gedurfde openingsmaten raak neer zet.

Wat daarna volgt is een duidelijk door pianist Arnaud Rosdorff geïnspireerde benadering van het werk, waarmee onder leiding van dirigent Jac Willems zowel de romantische kant als het jazzy element wordt benadrukt.

Diepe indruk wordt ook gemaakt met een deel uit de vierde symfonie van Villa-Lobos waarin de afgrijselijkheden van de eerste wereldoorlog worden verklankt. Vooral de strijkers uit het orkest lieten in de langzame en zware akkoorden een enorme dynamiek horen. Opgetreden werd ook door het jeugdorkest Symfonietta dat aangevoerd door Coen Stuit zich wierp op Bernstein’s uitvoerige Scenes from West Side Story.

De Symfonietta laat daarin duidelijk horen hoe beloftevol hun leden zijn.

Eugène Besançon