Vis

Marieke de Kok

Ik zie hem strompelen en realiseer me direct dat hij geraakt moet zijn. Zijn achterpoten zwalken en hij kruipt onder een geparkeerde auto.

Ik zet de auto stil en stap uit, de kinderen vragend op de achterbank. De twee bestuurders van de auto's voor mij zijn ook uitgestapt. De eerste staat te trillen op zijn benen - hij heeft zojuist een overstekende kat aangereden - als de ander nogal stellig zegt: ,,Oh, die gaat dood.''

Ik ga op mijn knieen zitten om onder die geparkeerde auto te kijken. ,,Dat is Chester, mijn kat'', zeg ik. Chester is in zijn favoriete houding gaan liggen. Als een halve maan, met zijn rug tegen de stoeprand. Dan zie ik een troebelige waas over zijn ogen trekken en besef ik dat hij dood is.

Meteen schiet er van alles door mijn hoofd. Zijn warme lijf op mijn schoot. Zijn 'geklop' op de ramen als hij naar binnen wilde. Zijn geknor als je hem achter zijn oren kriebelde. De kinderen! Die zitten nog in de auto! En dan neemt mijn organisatorische ik het over van de emotionele ik.

Ik vraag de man Chester in een doos te leggen, ik draai me om want daar wil ik niet naar kijken. De doos gaat de schuur in, ik rijd eerst met de kinderen naar het familiefeestje waar we naar onderweg waren. Als ik de volgende dag vertel dat Chester dood is, vraagt de oudste (4) wanneer we naar de dierenwinkel gaan. Ze wil een vis.

Meer nieuws uit West-Friesland

Meest gelezen