Project 2strijd past koers aan
Opnames van 2strijd voor de videoclip
De West-Friese jongeren die depressieve leeftijdsgenoten in contact brachten met kankerpatiënten, gaan hun koers, in ieder geval tijdelijk, verleggen. Ze richten zich nu op het aansporen van jongeren over hun gevoelens te praten.
Het eerste project van Project 2strijd trok veel aandacht. Het was ook een indrukwekkende, zo niet gewaagde aanpak. De leden van 2strijd kennen of kenden allemaal in hun directe omgeving jongeren die of depressief zijn, of zelfmoord hadden gepleegd, maar ook mensen met kanker. Ze brachten depressieve jongeren in contact met een kankerpatiënt.
Initiatiefnemer Faraaz Ramdjanbeg (19): „We hebben dit zeven keer gedaan. De resultaten van vijf ontmoetingen waren een succes. De depressieve jongeren bleken er allemaal positiever van te zijn geworden. In één geval had deze aanpak geen resultaat en de laatste keer vond de jongere hierin een bevestiging dat hij slecht bezig was. Dus had de aanpak een averechts effect.’’
Die laatste keer heeft de leden van Project 2strijd een forse dreun gegeven. Een van hen, Casper Los: „Dat kwam inderdaad heel erg binnen. Het project richtte zich in deze beginfase vooral op vrienden van ons, mensen met wie we een intieme band hebben. Dus als een ontmoeting niet goed uitpakt, dan schrik je daar meer van dan wanneer het een vreemde betreft.’’
Faraaz leert voor maatschappelijk werker, maar ook op hem heeft dit geval diepe indruk gemaakt en hem aan het denken gezet: „Het kwam op een emotioneel heel intensief niveau. Ook ’kritische vrienden’ bij het ziekenhuis en de GGZ wezen me erop dat ons idee, onze aanpak, mogelijk nog niet klaar is. Dat meer onderzoek nodig is, dat meer professionaliteit erbij moet worden getrokken om een sterk vangnet voor de deelnemers te hebben.’’
Faraaz heeft absoluut niet het gevoel dat hij en zijn groep hiermee zijn weggezet als pubers: „Ze wilden ons niet neerhalen, maar wezen ons wel op onze verantwoordelijkheden. We zijn nog steeds heel trots op dit project.’’
Casper: „Het project richtte zich in eerste instantie op mensen die we al goed kenden, wier vertrouwen we al hadden. Dat laatste was op zich een stevig vangnet. Als dit project zich uitbreidt, komen er ook mensen bij die we niet kennen. Dan moet je ook zorgen dat de kwaliteit van de zorg is gewaarborgd. Als een confrontatie niet zo goed uitpakt, hebben we moeten erkennen, dan kunnen we dat nu nog niet met de toch noodzakelijke deskundigheid begeleiden.’’
De jongeren kwamen tot de conclusie dat de uitvoerders en het project op zich minimaal professionele begeleiding nodig hebben. Dat wil niet zeggen dat daarmee deze aanpak is beëindigd.
Casper: „Via het Westfriesgasthuis worden we in contact gebracht met een deskundige van de Universiteit van Amsterdam. Met hem gaan we de aanpak onder begeleiding voortzetten en tegelijkertijd goed onderzoeken.
Kijken wat er nodig is om het met de noodzakelijke waarborgen voor kwaliteit door te gaan. Dan kan het idee ook op grotere schaal worden opgepakt. Daar willen we dan wel bij betrokken blijven.’’