Dat zei de directeur-generaal politieke zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken Wim Geerts maandag tijdens de briefing in de Tweede Kamer over de afgebroken repatriëringsmissie.

Het is de ’uitdrukkelijke’ ambitie om terug te keren naar het gebied wanneer de situatie langdurig stabiel is. Maar het is niet te voorspellen wanneer dat zal zijn, zei Geerts. De topambtenaar zei wel dat het in de winter sowieso onmogelijk is om in het gebied te werken. Als Oekraïne de controle van het gebied overneemt, ontstaat ’meer bewegingsvrijheid’. "Maar voorlopig is de situatie een andere."

Het kabinet besloot vorige week om de missie te beëindigen omdat het te gevaarlijk was in het gebied, waar wordt gevochten tussen het Oekraïense leger en pro-Russische separatisten. Volgens Geerts waren er ook bij de OVSE ’meer en meer aarzelingen’ of ze de onderzoekers wel goed konden helpen en twijfelde ook Australië aan de voortzetting van de missie. Zonder Australische hulp was voortzetting om veiligheidsredenen niet verantwoord.

Volgens Geerts hebben de nabestaanden over het algemeen veel begrip voor het afbreken van de missie. Zij willen niet dat er nog meer slachtoffers zouden vallen.

Er is een klein team achtergebleven in Charkov. De lokale bevolking wordt verder in staat gesteld om stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen over te blijven dragen. De bevolking is via flyers hiertoe opgeroepen. Een ziekenhuis in de regio fungeert als meldpunt.