Routetip. Wandelen in Lage Vuursche: Door eeuwenoud landschap (4 km)
Bos rondom kasteel Drakensteyn. Foto HDC Media/Els Blom
Het is al lang lente, maar de thermometer blijft steken op een graad of vier. Toch menen we dat de zon zowaar warm aanvoelt als we onze auto hebben geparkeerd op het parkeerterrein bij recreatieterrein Drakensteyn in Lage Vuursche. Een paar jaar geleden wandelden we in deze contreien in het najaar, nu willen we er eens het voorjaar proeven.
We lopen richting kasteel Drakensteyn waar we net voor het zwarte hek, links het bospad opgaan. Grote kegelvormige dennenappels liggen verspreid over het pad, een kraai krast achter de hekken in een boomtop in het bos rondom Drakensteyn.
Twee afgebroken takken liggen in een perfect gevormd kruis langs de kant, onder de bomen. Even verderop moeten we uitwijken voor een ontwortelde berk die dwars over het pad ligt.
Een stel wandelaars probeert een glimp op te vangen van het witte kasteel achter het hekwerk. We horen de man op opgewonden toon tegen de vrouw zeggen, terwijl hij wijst: ,,Kijk*Kijk, daar ligt het.** Een groep kinderen fietst in een lange sliert en met groene fluorescerende hesjes over de jassen over de Roedenlaan.
We steken het fietspad over en komen bij de Nonnenlandroute. Een bankje kijkt uit op witte grazers in het weiland dat wordt afgerasterd door kale braamstruiken waarvan de takken zijn vergroeid tot een onontwarbare kluwen.
Het Nonnenland, een ongeveer veertig hectare groot gebied, was rond 1000 voor Christus onderdeel van een zeer vochtig hoogveenmoeras, zo lezen we op een informatiebord langs de route. Rond 1300 werd begonnen met turfwinning in opdracht van de grondeigenaren, het nonnenklooster in Oostbroek bij De Bilt, waarnaar de naam Nonnenland verwijst.
De vele watergangen in dit gebied dienden voor het ontwateren van de percelen turf naar Utrecht of de Eem. In 2003 besloot Staatsbosbeheer de door turfwinning verdroogde gebieden weer nat te maken. Een duizend jaar oud beekje werd opnieuw uitgegraven en er zijn diverse poelen ontstaan.
We houden rechts aan, waar we langs een vriendelijk bosvijvertje komen met eromheen dunne, iele stammetjes. Net een plaatje in een sprookjesboek. Eromheen vormen verdroogde varens een dik, bruin tapijt.
We passeren met netten overtrokken witte tenten op landgoed Venwoude. In het vogelbroedgebied er tegenover doen de vele lage boomstronken in het lege veld ons denken aan een kraterlandschap zoals je dat op maanfoto's ziet.
We stappen over een hekje en wandelen een begrazingsgebied binnen met rechte kaveltjes afgezet door watergangen met riet langs de kant. De grazers laten zich niet zien. We zien wel een reiger, die met brede vleugels opvliegt als we naderen.
We kriskassen door het veld. Het ruikt er zoet, naar lente. De reiger vliegt telkens voor ons op om even verder weer neer te strijken.
Grillig gevormde bomen tekenen zwart af tegen de lucht in het kale landschap. We slingeren met het beekje links van ons mee waarin het water bevroren is en in splinters ligt opgekruid tegen de oever. Wandelend over de Embranchementsweg hebben we een prachtig zicht op kale velden, waarin maïs dat net boven de grond uitkomt rechte banen trekt in de akkers.
Aan de andere kant van de weg ligt het voormalig buiten Prins Hendriksoord. Het witte landhuis met de strakke lijnen hoorde ooit bij het er tegenovergelegen Ewijkckshoeve. De landschapstuin eromheen werd ontworpen door de tuinarchitect Hendik Copijn. De bovenste verdieping van het landhuis werd er in de jaren zestig opgezet, waardoor een voor de meeste buitenplaatsen karakteristiek dak ontbreekt. Wij vinden het mooi, zo recht.
Even later hebben we de weg en het verkeer weer achter ons gelaten en wandelen we in het stiltegebied van het Dolderse laantje. Daar ruikt het behoorlijk naar mest. Vogelnesten tarten de zwaartekracht tussen dunne berkentakken.
Op een boomstronk langs het pad hebben popperige witte zwammetjes een patroon aangebracht en in het weiland daarachter galopperen twee paarden achter elkaar aan. Gesnoeide takken liggen langs de kavels hoog opgetast als een natuurlijke afrastering.
Wanneer we opnieuw een begrazingsgebied inlopen zien we vier grote, witte Charolais koeien. Hun uitwerpselen liggen onder de bomen op het dijkje als donkere molshopen. We wandelen nu weer terug langs het kasteel waar het licht tussen de bomen door gefilterd wordt en met de stilte in onze oren stappen we de auto in.
ELS BLOMBegin en einde: parkeerplaats Drakensteyn in Lage VuurscheLengte: ongeveer 4 kilometer. De route van het Nonnenland is rond de 2,5 kilometer lang en aangegeven met zwarte paaltjes met een witte bandHonden: moeten in het Nonnenland aan de lijnRoute: niet geschikt voor kinderwagens of rolstoelers