Toekomst
Zef Hemel, bijzonder hoogleraar grootstedelijke problematiek, vindt dat Amsterdam twee keer zo groot moet worden om economisch te kunnen overleven. Hemel zet de toekomst uiteen in Vrij Nederland, een toekomst waarin alleen de megapolis garanties biedt voor een economisch sterk woonwerkklimaat. Het platteland zal verder leeglopen, kleinere steden zullen wegkwijnen.
De megapolis van Hemel wordt bevolkt door een klasse van creatieven, waartoe hij niet alleen designers, kunstenaars en mediamensen rekent, maar ook architecten, juristen en softwareontwikkelaars. In hun spoor volgt een dienstverlenende groep die hun permanente staat van creatieve opwinding en overspannenheid kalmeert met hatha yoga en mindfulness. Het is gemakkelijk om je deze strikt egocentrische creatieve elite voor te stellen, die alleen het eigen welzijn nastreeft maar tegelijk doordrongen is van gewetensvolle begrippen als ’duurzaamheid’, ’kleinschaligheid’ en ’klimaatneutraliteit’.
Waar Zef Hemel de financiële klasse situeert in zijn verdubbelde stad, de bankiers en de verzekeraars, blijft in het midden. Over het lot van mensen met eenvoudige beroepen als schoonmaker of taxichauffeur kunnen we kort zijn: zij zullen het leven in de megapolis niet meer kunnen betalen en reizen dagelijks vanuit omliggende kernen zoals Alkmaar en Purmerend naar de grootstad waar zij hun brood verdienen. We zullen het leven van de creatieve klasse kunnen bestuderen in broedplaatsen en espressobarretjes, zoals nu al enigszins het geval is – maar tegen die tijd zullen ze alle beschikbare ruimte hebben gekoloniseerd met hun laptops en smartphones, of in welke aantrekkelijke vorm de software dan ook verpakt zal zijn.
Als illustratie van de leegloop van het platteland en de trek naar de stad, bracht NRC Handelsblad afgelopen dinsdag een aangrijpende reportage uit Wanneperveen, een dorp in Overijssel. Ze begint met de verwijdering van de pinautomaat uit het dorp. Te weinig transacties. Acht kilometer verderop, in Meppel, is pas de eerste mogelijkheid om geld te halen. De slager van Wanneperveen voorziet soms in kleine financiële transacties en verkoopt sinds de sluiting van de supermarkt ook tandpasta, omdat anders de dorpelingen straks zijn biefstuk niet meer weg krijgen. Alleen mevrouw Van der Veen zag nog toekomst voor de pinautomaat: ,,Er werd genoeg gepind. ’s Morgens stond er soms een rij.’’ Waarna ze besluit met de mooiste en eenzaamste zin van het artikel: ,,En als je ’s nachts uit het raam keek. kon je nog wel eens een pinner zien.’’
Er zullen nog talloze acties volgen voor het behoud van pinautomaten, dorpsscholen en postagentschappen, hier en daar zal misschien zelfs een succesje geboekt worden, maar de tijd is onmiskenbaar in het nadeel van het achterland. Alleen de kanslozen en de romantici blijven achter, misschien is er zelfs een toekomst voor de wolf in de leeggelopen gebieden.