Slangenkuil eist nieuw slachtoffer
Ronald den Boer VERRIJKEN© AALST, PETER VAN
De stad die bezig is aan zijn zesde burgemeester in twintig jaar tijd, zag deze week zijn twaalfde gemeentesecretaris vertrekken. Na ruim anderhalf jaar houdt topambtenaar Joost Cox de Helderse slangenkuil voor gezien. Zijn voorganger Philip Salm sneuvelde zelfs in nog minder tijd.
Zij vormen de voorlopige hekkensluiters van een lange stoet gemeentesecretarissen en directeuren die hun tanden stuk beten op de cultuur in het stadhuis.
Record
Gemeentesecretaris Jan van der Mark was in 2003 binnen een jaar vertrokken. Het record staat op naam van ’verandermanager’ Hans de Vet, die in 2001 al na twee maanden schoon genoeg had van de dienst stadsontwikkeling & beheer.
Er moet iets fundamenteels mis zijn in de gemeentelijke organisatie. Vakbondsbonzen en raadsleden met lijntjes naar bepaalde ambtenaren spreken over een angst- en afrekencultuur in het stadhuis. Maar die geluiden klonken vijf, tien- en zelfs vijftien jaar geleden al. Met zoveel verschillende leidinggevenden die over een lengte van jaren in Den Helder kwamen en gingen, is het moeilijk te geloven dat de oorzaak vooral dáár ligt. Topambtenaren die probeerden de vermolmde organisatie te moderniseren kregen te weinig rugdekking vanuit burgemeester en wethouders en zware tegenwerking vanuit de organisatie zelf.
Oproer
Zo ontstond een heus oproer onder ambtenaren toen vijf jaar geleden onder leiding van gemeentesecretaris Hilda Raasing en directeur bedrijfsvoering Marjan van Dam personeel ineens aangesproken werd op zijn prestaties - of juist het gebrek daaraan. De directie werd autoritair gedrag verweten en kreeg het zware verwijt dat zij niet-integer zou handelen. Met name ambtenaren die door Raasing en Van Dam waren aangepakt op hun werkwijze en gedrag voerden de aanval op de directie aan.
De van buitenaf ingevlogen vertrouwenspersoon Nathalie Boudrie concludeerde evenwel na onderzoek dat er geen officiële klachten waren tegen de twee directieleden en evenmin sprake was van niet-integer handelen door hen. De onrust bij ambtenaren was volgens Boudrie gevoed door vrees voor verandering. Vooral het aanspreken van leidinggevenden en individuele ambtenaren op de geleverde kwaliteit (wat soms ook tot overplaatsingen leidde) bracht angst, onzekerheid en boosheid, aldus de vertrouwenspersoon. Ambtenaren die van zichzelf vonden dat ze het al járen goed deden en nu ineens een lage(re) beoordeling kregen, waren woedend.
Dikke huid
Wethouder personeelszaken Suzanne den Dulk concludeerde dat de directie gerehabiliteerd moest worden. De ambtelijke organisatie was kennelijk niet gewend aan de nieuwe, zakelijke stijl van leidinggeven. Raasing zou datzelfde jaar opmerken dat je in Den Helder ’een dikke huid moet hebben.’ ,,Oordelen, veroordelen en kwetsen van mensen gebeurt overal, maar in Den Helder is dit het sterkst.’’
Vele miljoenen euro’s aan adviseurs en tijdelijke verandermanagers, plus een half peloton directeuren en gemeentesecretarissen hebben in twintig jaar tijd blijkbaar weinig veranderd in de onderlinge verhoudingen bij de gemeente. Welke nieuwe gemeentesecretaris durft ditmaal in dat mijnenveld te stappen?