Wormer theater heet Kaasfabriek
Als alles volgens planning verloopt, zal Theater De Kaasfabriek in februari volgend jaar van start gaan in de bovenzaal van het verenigingsgebouw. Na de bouwvak begint de verbouwing van de bovenzaal, zegt Annette Brinkman.
Met dorpsgenoten Carla Jonker en Rob van der Hout vormt ze een werkgroep die zich bezighoudt met de totstandkoming van het nieuwe theater. In september hopen zij hun plannen te presenteren aan de toekomstige gebruikers, zoals cultuurorganisaties, scholen en verenigingen. „Theater De Kaasfabriek moet er echt voor het dorp zijn, de bewoners moeten er als publiek én als gebruiker terechtkunnen. Verenigingen kunnen er spelen en oefenen”, zegt Brinkman, die zelf als theatermaakster al jaren actief is in de toneelwereld.
Het theater krijgt een tribune met 130 zitplaatsen en een speelvlak van 6,5 meter. Bar Groos, op de begane grond van het verenigingsgebouw, gaat het horecagedeelte verzorgen van De Kaasfabriek. De naam verwijst naar de oorsprong van het gebouw, dat begin twintigste eeuw als kaasfabriek werd gebouwd. In de jaren dertig kocht de katholieke kerk, met hulp van de welgestelde boerenfamilie Meijer, het pand aan om er een verenigingsgebouw van te maken; met een toneelzaal op de bovenverdieping. Die toneelfunctie verdween in de loop der jaren, maar wordt nu weer teruggebracht.
Het theater staat nog in de kinderschoenen. De werkgroep ging vorige maand aan de slag, toen de gemeenteraad van Wormerland definitief besloot het Dorpstheater te verhuizen. Het Dorpstheater moest afgelopen voorjaar de Kruiskerk verlaten; het gebouw is gesloopt voor woningbouw. De bestuursleden van het Dorpstheater gooiden de handdoek in de ring. Zij vinden de bovenzaal te klein voor een volwaardig theaterprogramma.
Oprichten
Wat Theater De Kaasfabriek het dorp gaat brengen, is nog onderwerp van gesprek. Brinkman: „We hebben nog weinig concreets te melden. We zijn zelfs nog bezig met het oprichten van een stichting en zoeken naar geschikte mensen voor het nieuwe bestuur; dat krijgt al een beetje vorm. Daarnaast hebben we veel overleg met theaters in de regio, ook om te leren hoe het allemaal werkt in een theater en met de programmering.”